534
Op
50
M.
met
vizier
van 150
M.
100
°/c
75
150
100
100
150
100
125
150
94.8
150
150
50
175
250
4.1
200
250
29.5
225
250
75
250
250
46
275
350
0
300
350
3
325
350
36.2
350
350
35.8
totaal
674.4
7,
gevende als boven een gemiddelde kans tusschen 50 en 350 M.
van ongeveer 674.4: 13 51.9 °/0 en op de in het Indische gevecht
voornaamste afstanden (binnen 200 M.) van (100 -j- 100 -f- 100
94.8 50 4.1 29.5): 7 68.3
Men ziet dat ook deze uitkomsten weer veel minder gunstig zijn
dan die, welke verkregen worden bij de richting op het midden en
de in mijn opstel van Februari jl. voor den Indischen oorlóg voorge
stelde vizieren.
Bovendien blijkt uit de staatjes, dat de richting op het midden in
het normale Indische vuurgevecht ook overigens veel doelmatiger is
dan die met de reglementaire vizieren op den voet. Bij de eerst
genoemde richting is de kans eerst op 325 M. slechts 13.8°/0 en
daar beneden overal beter; men vergelijke daarmede eens het laatste
staatje waaruit blijkt, dat reeds op 175 M. slechts 4.1 °/0, op 275 M.
geen (met het vizier van 250 M. zou het weinig meer zijn) en op
300 M. maar 3°/0 trefkans bestaat.
En ten slotte: de groote kansen vau het laatste staatje worden nog
verkregen, doordat het gemiddeld (theoretisch) trefpunt meer naar
het midden valt (op 175, 200, 275, 300 en 325 valt het er zelfver
boven), doch daarom dan ook kan men, gelijk ik reeds sub 3 hierboven
schreef, op dezelfde afstanden met andere vizieren beter op het mid
den doen richten.
79
77
77
77
77
79
7)
7)
77
77
77
77
77
7)
y>
77
77
77
77
7)
7)
7)
77
7)
77
77
5»
7)
7)
77
77
V
77
77
7)
7)
77
77
77
77
77
7)
77
77
77
77
77
y.
7)
n
7)
77
77
77
7)
3?
77
V
77
77
77
y>
77
77
77
77
77
77
f)
7)
77
77
77
77
77
77
7)
77
77
77
V
77