554
hij hoopte, nu Van Baarda zelf daarover het stilzwijgen heeft be
waard, zou ik mij aan onbescheidenheid schuldig maken, zoo ik daar
aan thans openbaarheid ging geven en te minder ga ik daartoe over,
om eene beoordeeling van die inzichten te vermijden. Maar de reden
voor die stilzwijgendheid wil ik hier niet onvermeld laten, omdat ik daar
mede vermeen de hand te leggen op een zeer wonde plek in ons leger.
Ik vrees voor zeer weinig tegenspraak, zoo ik beweer, dat in het
algemeen de voorbereiding van een opdracht als de hierbedoelde,
de voorbereiding van een oorlogshandeling en dit geldt ook zelfs
voor die van veel geringeren omvang in den regel het beste is toe
vertrouwd aan hem, die de opdracht ook zal moeten uitvoeren. Het
ligt toch in den aard der zaak, dat de uitvoerder, de verantwoor
delijkheid dragende voor den uitslag der onderneming, de door hem
te volbrengen taak gemeenlijk "uit een ander oogpunt beschouwt
dan de niet onmiddellijk daarbij betrokkenen en meer dan dezen be-
heerscht door het streven om zoomin mogelijk op het toeval te ver
trouwen, aan de middelen voor de uitvoering gevorderd ook hoogere
eischen stellen zal dan anderen wellicht zouden doen.
Dat nu bij het beramen van de plannen tot uitvoering, de om
standighedenzonder te overdrijvenook eerder te donker dan te
licht ingezien worden, zou voorzeker gereede aanleiding moeten geven
om het beleid en het overleg van den voorsteller te loven, maar
in ons leger schijnen hieromtrent integendeel andere begrippen te
heerschen, voornamelijk de aanvoerders van lageren rang treffende,
want het is een waarheid dat bij ons de officier, die prijs stelt op
een onbevlekten naam, er voor terugdeinst om zijne inzichten op
de hiervoren bedoelde wijze al te duidelijk te openbaren, uit vrees
zijne bedenkingen te zien toegeschreven aan den welbekenden motor,
die naar 's mensehen zeggen een slechte raadsman is.
Dat domme veroordeel en anders kan ik het ook niet noemen
is oorzaak geweest van menig offer en wat nog erger is, het heeft aan
meer dan een zijn goeden naam gekost, maar boven deze belangen
van persoonlijken aard staat het belang van den lande en dat het
ingewortelde euvel ook wel eens zou kunnen leiden tot schade van
het landsbelang met verder strekkende gevolgen, behoeft voorzeker
geen nader betoog.