Wat hiervan zij, de omstandigheden waren dringend. Eene, in het Arabisch opgestelde proclamatie, die ten doel had de bevolking van de Boven-Falémé aan het bondgenootschap met den Marabout te onttrekken, werd in Bontou verspreid, en ik vaardigde in de volgende termen de order uit voor den opmarsch. Order N°. 48. I. De krijgsverrichtingen tegen den marabout Mahmadou-Lamine nemen een aanvang in den morgen van den 12en December. II. De le colonne, onder direct commando van den opperbevelhebber, richt zich naar Sénoudébouvervolgens vandaar over het dorp Soutiu- Sega naar Dianna. III. De 2e colonne, onder bevel van den commandant Vallière, be geeft zich door Bambouk naar de Falémé, die zij zoo hoog mogelijk oversteekt, om zich vervolgens langs het dorp Sanoundè naar Dianna te begeven. IV. De le colonne moet den 23en December des morgens om 8 uur te Soutiu-Sega verzameld zijn; de 2e colonne den 23<® op hetzelfde uur te Sanoundè. V. De beide colonnes stellen zich van af de Falémé iederen dag door talrijke koeriers in verbinding met elkander, wier vertrek geregeld wordt naar de marschtableaus, die voor elke colonne zijn vastgesteld. Zij zetten hare beweging naar Dianna voort van af de dorpen Sou tiu-Sega en Sanoundè. VI. In het geval, dat er tusschen de beide colonnes voor Dianna geene verbinding kan plaats hebben, moeten zij hare maatregelen zoo treilen, dat zij den 24en 's morgens vóór zeven uur onder de muren van dit dorp aankomen en wel binnen een kring van 1 KM. om dit dorp. VII. liet ware doel van de operatiën is het gevangen nemen of het doen verdwijnen van den marabout Mahmadou-Lamine. Van af hare aankomst onder de muren van Dianna regelen dus de beide colonnes haren marsch er naar, om dit doel te bereiken. Indien zij op haren marsch vijandelijke benden ontmoeten, moeten deze krachtig uit elkander gejaagd worden, ten einde de aankomst op het aangegeven object op geen later uur te doen plaats hebben. VIII. Indien er geen tegenbevelen komen, zetten de beide colonnes hare bewegingen tegen Dianna voort door het dorp te omringen en slechts de wegen naar het Oosten, dat is naar Sénoudébou en de Falémé, open te laten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 88