98 In Gedong had het omgekeerde plaats; onze z. g. bondgenooten hadden, niettegenstaande onze hulp, niettegenstaande de door ons verstrekte wapens en munitie, geen succes, zij delfden zelfs het onderspit en toch werd de onderwerping van Gedong aan onzen wil verkregen. Het was het onttrekken van de voordeelen der scheepvaartregeling aan Gedong, dat ons, in weerwil van het niet slagen met de wapens, de onderwerping aan onzen wil bezorgde. Krijgt men dus invloed en gezag, wordt men dus meester op de kust, niet in naam, maar inderdaad, door het volgen van de ge dragslijn sub. 2 van Scherer's denkbeelden? Neen, het tegendeel is waar, maar in weerwil van het nadeel, dat wij ons zelfs hierdoor kunnen berokkenen, is de scheepvaartregeling een zoo krachtig werkend dwangmiddel, dat daardoor toch de eerbie diging van onze bevelen verkregen wordt. Het voorstel van Scherer sub. 2 is derhalve bepaald verkeerd, ook nog om andere redenen. Met de scheepvaartregeling beoogt men ik zeide het reeds niet alleen het verkrijgen van de onderwerping, maar tevens het brengen van het land tot welvaart en bloei, tot orde en rust. Moeten wij nu zelf aan de Atjehers wapens en munitie gaan ver strekken om daarmede te vechten en dit vechten gaan aanmoedigen? Brengen wij hierdoor het land tot orde en rust, of zou men het doel beter bereiken met het doen inleveren van de vuurwapens, dat gelei delijk ook mogelijk is door de macht, die de scheepvaartregeling in onze handen legt. Moet er eene hoogst enkele maal met de wapens gestreden worden, moet aan een enkel overmoedig staatje bij uitzondering eens eene tuchtiging worden toegediend, welnu, men trede dan op zooals de Generaal van Teijn in 1890 te Edi deed. Het is de taak van het leger om dan te vechteu en met beleid aangevoerd, zooals de Generaal van Teijn het in 1890 aanvoerde, zal ook het succes groot en blijvend wezen. Het sub 2 door Scherer voorgestelde moet derhalve als geheel onnoo- dig en zelfs schadelijk, onvoorwaardelijk verworpen worden. Het denkbeeld van de noodzakelijkheid om aldus op te treden is echter bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 101