124 via Oleh-leh, onder voorwaarde dat hij 10000 contanten zou krijgen en wij dan vrij en ongehinderd met onze troepen door de XXYI Moekims zouden kunnen marcheeren. Voorwaarden mogen ons niet gesteld worden, maar met handigen dwang bereikt men ook zijn doel. Potjoet Mat Tahir, die zich met zijne bende thans voornamelijk ophoudt in de VII Moekims Atoe Van de sagi XXVI, moet dan terugkeeren iu de III Moekims Kajee Adang, waar hij 't huis hoort of, wil hij zich niet dadelijk onderwerpen, naar Rigas, waar zijne familie aan 't bestuur is of naar Simpang Olim, daar hij gehuwd is met eene dochter van T. Moeda Nja Malim van Simpang Olim. Wil voorts het hoofd van de III Moekims Kerkoen, waar in Gani de benden gehuisvest zijn, die door de zoons van Tengkoe di Tirou aangevoerd worden, niet naar rede luisteren en dus die gasten niet uit zijn gebied verjagen, dan brengt men deze moekims eenvoudig terug onder de sagi XXVI, waartoe zij behoorden voordat zij werden afgestaan aan een der vroegere sultans, die er toen het bestuur aan zijn eigen Kerkoen Katiboel Moeloeh opdroeg. T. Lamreng zal zich zeer gaarne groote opoffering en krachtsinspanning getroosten, om deze moekims weer onder ziju bestuur te brengen; hij kan geholpen worden door zijn zwager en beide schoonvaders. Eindelijk dienen wij nog met een enkel woord te spreken over een zeer gevaarlijk sujet in de XXVI Moekims en dat is T. Nja Makam, op de Oostkust van Sumatra wel bekend. Om dezen Nja Makam te leeren kennen, moeten wij ons een oogen- blik met Poeloe Waij bezighouden. Poeloe Waij is tanah waqf, dat de Regeering al lang verklaard heeft onder rechtstreeksch bestuur te houden. De inkomsten van het, eiland werden echter volgens de Makota alam voor een gedeelte getrokken door enkele hoofden van moe kims in het Noorden der XXVI Moekims, aan zee gelegen. Sommige dezer behooien niet tot de XXVI Moekims, maar stonden rechtstreeks onder den sultan, zooals b. v. T. Nja Blang en Tjade Kedjoeroean, andere daarentegen, zooals bijv. Silang en Lamnga be hooien wel tot de sagi XXVI.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 127