129 over de bende ondervraagd werd, bezwoer hij niets van die bende gehoord en gezien te hebben. Hij schrikte echter toen hem gezegd werd, welke personen uit zijn eigen gebied zich bij de bende bevonden. Zijn traktement werd toen voorloopig niet uitbetaald, maar hem gelast onmiddellijk naar de IY Moekims terugtekeeren en zorg te dragen, dat de bende ook in zijn gebied geen prauwen kreeg om over te steken. Zorgde hij hier niet voor, dan was hij geen traktement waard en verbeurde hij het voor goed. Hij voldeed aan onzen last, de bende kon geen prauwen krijgen en keerde na eenige dagen onverrichterzake terug. In 't laatst van 1890 werd de hoeloebalang sagi XXVI T. Lamreng Nja Banta in een gevecht dat hij leverde tegen het hem ondergeschikte weerspannige hoofd van Boengtjala van de IV Moe kims Atoe, door het bestuur geholpen met munitie uit het oorlogs magazijn. Boengtjala, ondersteund door Tengkoe di Tirou, behield de overhand en Tekoe Lamreng moest binnen onze linie terug trekken. De hulp met munitie was verleend op aandringen van den civielen gezaghebber van Lambaroe. Ha afloop van de gevechten ontbraken aan de weder ingeleverde patronen en hulzen meer dan 2000 stuks, die volgens mededeeling van Tekoe Lamreng verloren waren geraakt gedurende den terug tocht; men had toen de hulzen niet kunnen oprapen. Mij kwam dit, met het oog op mijne kennis van de Atjehsche vechtwijze, zeer onwaarschijnlijk voor en sprak ik hierover met den Generaal, die mijne meening deelde en de zaak nader liet onderzoeken. Juist kwam de gewestelijke artillerie-commandant toen berichten, dat er zich, onder de door T. Lamreng ingeleverde patronen, meer dan 500 bevonden van het merk 87, terwijl hem slechts patronen van 89 verstrekt waren. Het bleek toen, dat hij een gelijk getal van 89 had achtergehouden en toen men deze aan zijne woning ging halen, kwamen er tevens ruim 1000 ledige hulzen voor den dag. Ontstemd over die gedwon gen teruggave vertelde hij toen, dat T. Tjoet Toengkoep ook 1000 hulzen had achtergehouden en nu was het dus de zaak, deze 1000 Dl. I, 1893. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 132