141 men hierin eene afdoende verbetering verkrijgen, dan was het drin gend noodig een Gouvernemeutsstoomer ter beschikking te stellen, ten einde de africhting stelselmatig te kunnen doen geschieden. De kosten echter, die zulk een maatregel zou medebrengen, waren echter zoo hoog, dat zij onevenredig geacht werden aan het nut dat van eene postduivenverbinding tusschen die plaatsen verwacht kon wor den. Men beproefde daarom zonder africhting tot een resultaat te komen. Vastgesteld werd nu, dat de duiven direct van het neven- liggend station zouden worden opgelaten bij vluchten van 1, hoogstens 2 duiven. Zij, die dan niet behoorlijk naar huis vlogen, zouden da delijk afgemaakt moeten worden. Doch ook dit gaf zulke slechte resultaten, dat, wilde men zich aan het voorschrift houden, alle duiven afgemaakt dienden te worden, want niet één voleindigde de vlucht naar behooren. Deze proef werd dus al spoedig opgegeven. Een oorzaak van het mislukken der proefnemingen kon echter ook gelegen zijn in het minder goede ras der stamduiven en in haar ontaarding zooals men algemeen waarneemt bij andere uitheemsche in Iudië aangevoerde dieren daarom drong men aan op uitzending van 100 koppels Europeesche duiven speciaal Antwerpsche, omdat men van deze de meeste verwachtingen had en ook van 50 koppels duiven, uit Perzië of Aziatisch Turkije afkomstig. Van de afstammelingen der laatstgenoemde duiven mocht men de verwachting koesteren, dat zij beter tegen het Indisch klimaat bestand zouden zijn, daar in Perzië en Aziatisch Turkije de oorspronkelijke postduiven gevonden worden (1) en het klimaat in die landen weinig verschilde van dat in Indië. De aangevraagde 100 koppels Euro peesche duiven werden in Europa besteld en ook achtereenvolgens verkregenvoor de aangevraagde Perzische duiven werd de tusschen- komst ingeroepen van den Nederlandschen consul te Bender-Bushir (Perzië), doch hoewel deze ook trachtte te Bagdad zijn doel te bereiken, mocht het hem niet gelukken ons het bedoelde postduivenras te bezorgen. Men moest zich dus blijven bepalen tot het africhten van Europeesche duiven. Dier africhting ten goede kwam de omstandigheid, dat de boot varende tusschen Singkel en Melaboeh voortaan de kustplaatsen Troe- (1) Sciences appliquées a l'art militaire. bl2. 361 ad 743 en 744.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 144