143 graafnet wordt opgenomen. De afstand van Segli tot Kota-Radja of Oleh-leh bedraagt 90 KM., terwijl de bestaande bootverbindingen ruimschoots gelegenheid geven tot het behoorlijk africhten der duiven. Yoor deze verbinding achtte inen 40 koppels duiven noodig, te trekken uit de beste der thans aanwezige dieren, terwijl voorgesteld werd om de overigen te doen afmaken met het oog op het mogelijke misbruik, dat anders van die dieren zoude gemaakt kunnen worden. Yoor de bediening van de stations zoude volstaan kunnen worden met 2 Europeesche sergeanten of korporaals en 2 Europeesche genie soldaten benevens eene kleine reserve van 1 sergeant of korporaal en 1 geniesoldaat. Daar het bovendien bij de dressuur zeer wenschelijk gebleken was, om de postduiven in de til aan de nabijheid der zee te gewennen en ze zóó voor te bereiden voor het vliegen over water, werd ten slotte voorgesteld om als station in Groot-Atjeli voor de verbinding met Segli in plaats van Rota-RadjaOleli-leh te kiezen. Op grond van deze overwegingen werd bij Gouv. besluit dd. 17 Juli 1892, No. 18 de tijdelijke militaire postduivendienst tusschen Rota- Radja.Melaboeh en Singkel en tusschen Kota-Radja en Poeloe Bras opgeheven, doch daarentegen met ingang van 1 October d. a. v. een postduivendienst ingesteld tusschen Oleh-leh en Seglitevens werd machtiging verleend, om de overcomplete duiven te doen afmaken en boven de formatie te voeren drie Europeesche sergeanten of korporaals en drie Europeesche geniesoldaten. De duiventil van Singkel werd nu naar Segli en die van Kota-Radja naar Oleh-leh overgebracht, terwijl de beide overige tillen afgebroken en opgelegd werden in de magazijnen. Uit den aard der zaak kan thans nog niets van den nieuwen dienst worden vermeld; te hopen is het echter, dat de verbinding zal blijken niets te wenscben over te laten. Wie weet of men er dan niet toe zou overgaan, om ook Oleh-leh met Poeloe Weli en Poeloe Raja, Edi met Telok Semaweh en Samalangan met Segli op dezelfde wijze te verbinden, hetwelk met het oog op de thans ingevoerde scheepvaart regeling van groot belang geacht moet worden. L. A. Bakhuis.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 146