150 bezetting en de overige veldbataljons, terwjjl de garnizoens-infanterie er slechts een minimum telt; het doet dus tot de kracht der vel d-in- fanterie niets af, of de overige niet-validen (zieken, geëvacueerden en herstellenden van beri-beri) in de sterkte van deze of van gene korpsen tellen. Worden ze bij invoering der nieuwe formatie overgegeven van de depotbataljons aan de veldtroepen, het zal slechts een admi nistratieve maatregel zijn, die geen bruikbaar soldaat meer oplevert. Meer bruikbare soldaten zijn immers niet te verkrijgen zonder ver hooging der totale sterkte. Inmiddels zal die administratieve maatregel daarom niet geheel zonder nut zijn. De samenhang der veldbataljons kan grooter worden, omdat de talrijke overplaatsingen naar en van depotbataljons zullen vervallen. Yooral echter zullen tucht en oefening gebaat worden door de regelmatige indeeling der meerbedoelde 4000 Inlanders. Tot nu toe is de formatie van geen enkel korps berekend op de grootere sterkte, die zij sedert 1886 herhaaldelijk bereikten, en hieraau zal een eind worden gemaakt, nu bij de nieuwe formatie de veldcompagnieën in verband met die grootere sterkte zullen zijn samengesteld. Het Amb. en Inl. kader zullen dientengevolge een aanzienlijke uitbreiding ondergaan. Het volgende staatje geeft daarvan een overzicht, waarbij men in aanmerking neme, dat ouder de „normale foimatie niet zjjninreke- kening gebracht de 760 Amb. en 3240 overige Inl., die de infanterie eigenlijk meer telt. Normale for matie. Yolledig inge voerde nieuwe formatie. Meer (-]-) of minder Eur. compagnieën Amb. id 28 10 23 12 5 2 Inl. id 34 37 3 Officieren 328 328 ongewijzigd. t kader 1270 1214 56 Eur. i I manschappen i kader m manschappen t 1 tkader 11 manschappen 3612 150 1130 510 3604 3887 264 1776 814 5624 275 -j- 114 646 4- 304 -f- 2020 Totaal minderen. 10276 13579 -j- 3303

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 153