166 Met Majoor H. zullen alle officieren instemmen, dat de kameraad schap niet afgemeten kan worden naar de grootte der traktementen, doch men zal mij de opmerking ten goede houden, dat het beter van een stad dan van een dorp afkan, en dat dus het voorstel K., om de grootte der contributiën geregeld te zien, naar verhouding van de traktementen, zoo kwaad niet is. Indien het waar is, dat kameraadschap helpt daar, waar buiten eigen schuld hulp noodig is, wenschte ik wel hier te kunnen vermelden hoeveel gemopper ik gehoord heb toen ik (bij de uitbetaling van traktement) contributiën voor onze Vereeni- ging inde Zeker, wij betalen onze contributie om hulp te verleenen aan de nagelaten betrekkingen van onze kameradenmaar toch met de bedoeling dat, bij het verleenen van hulp, ook wanneer het oogen- blik daar is onze nagelaten betrekkingen bedacht zullen worden. Wij doen wel, maar zien meteen om! En zou het kameraadschappelijk genoemd mogen worden, om jonge makkers aan te raden lid van eene vereeniging te worden, die op zulke losse schroeven staat als de onze, te meer wanneer zij op eene goedkoopere en soliede wijze hunne achterblij venden f 1000.— kunnen verzekeren? 't Is waar, om lid van onze Yereeniging te worden behoeft men niet te worden gekeurd en bij eene levensverzekeringmaatschappij wel. Doch die operatie is zoo afschrikwekkend niet. De Maatschappij wil alleen weten of er bij hem, die zich wenscht te verzekeren, „geen „vermoeden bestaat, dat hij vroeger zal sterven, dan van elk ander „gezond mensch van zijnen leeftijd kan worden verwacht". Ieder actief dienend officier zal zich dus tot zijn 50ste jaar gerust aan de vereischte keuring kunnen onderwerpen. Terecht zegt Majoor H. dat iemand, die zich op zijn 248te jaar bij de H. I. Levensverzekeringmaatschappij verzekert, levenslang f 2.09 per maand moet betalen, een bedrag dat, wanneer hij gepensionneerd is, hooger is, dan wanneer hij lid van de Vereeniging was. Majoor H. heeft die levenslange contributie aangehaald, omdat die ook bij onze Veree niging verschuldigd is en daarom de vergelijking zuiverder gevonden. Laat ons eens hooren wat de N. I. Levensverzekeringmaatschappij zelf van zoo'n leyenslange contributie zegt: „Bij het doen eener keuze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 169