211 -
West-Europa met zijn zeer ontwikkeld spoorwegnet. Toch moet niet
uit het oog verloren worden, dat ook Indië langzamerhand uit
breiding geeft aan zijn versnelde vervoermiddelen.
Voor zoover ons bekend, bestaat tot nog toe in Indië geen middel
om zwaar gewonden per spoor te vervoeren, dat zelfs slechts in de
verte aan de eischen voldoet, die daaraan uit een oogpunt van weten
schap, van menschelijkheid, of zelfs maar van eigenbelang gesteld
mogen worden. De gewonden werdeD indertijd op Atjeli van Oleh-leh
naar Kota-Radja vervoerd in goederenwagens met stroo belegdde
zwaarst gekwetsten lagen in ziekenkotten der marine. Hoewel de trein
zoo langzaam mogelijk door de locomotief werd voortbewogen, waren
toch de schokken daarmede niet te voorkomen, die men in eiken
spoorwagon waarneemt, en die door niets werden gebroken.
Ons moest dus wel in de eerste plaats de geëxposeerde „Salouwagen
zum Krankentransport" der Kgl. Preuss. Eisenbahnbetriebs-direktion
te Berlijn treffen, doordien hij ons toonde, wat er in dit opzicht gedaan
kon worden, wat er zelfs in dit opzicht in Europa gedaan ivordt. Wij
vonden dan ook in het bezichtigen van dien wagen en der overige
„Hilfslazareth" en „Krankentransport" wagons aanleiding om den
wensch uit te drukken, dat in dien geest ook voor Indië althans iets
gedaan mocht worden voor het vervoer onzer zieken en gewonden.
Ver zijn wij er hierbij van af zulke salonwagens te verlangen, waarin
behalve de ruimte en gelegenheid voor verplegingspersoneel en
materieel slechts plaats overblijft voor vier gewonden in den ganschen
wagon, maar wel bleek ons, dat er in het eenvoudigste nog veel gedaan
kan worden om te voorkomen, dat zieken en gewonden meer lijden
dan onvermijdelijk is. Dat de kosten hiervan niet groot zouden
behoeven te zijn, bewijst de „Hilfslazarethwagen" tentoongesteld door
den Internationalen Verein zur Pfiege irn Felde venvundeter und
erkrankter Krieger zu LeipzigAbteilung des Sachsischen Landes-
vereinsIn den tentoongestelden wagen bevonden zich links en rechts
van de schuifdeuren in de breedte van den wagen naast elkander
drie draagbaren, waarvan de draagarmen in het midden gesteund
werden door veeren, in den vorm van eeu cirkelboog gebogen. Boven
de beide uitersten van elk stel dezer baren waren er twee opgehangen
aan kettingen met veeren, zoodanig, dat ook bij deze de verticale