330 onze, in den oorlog zoo weinig individualiteit van den soldaat gevergd behoeft te worden, na deugdelijke opleiding tot individueel schutter, ook nog plaats en tijd gevonden worden om den man afzonderlijk in het veldsehieten te oefenen, eene oefening, die wij niet kennen, doch in geen leger meer op hare plaats zou zijn. Als het omgekeerd was, als wij die oefening iu ons opleidingsstelsel kenden en de Duitscher ze onnoodig achtte, omdat zijne soldaten steeds in groot verband tegen een vijand in gelijke formatiën optreden, dan zou dit begrijpe lijker zijn. B. Gefeclitsmassiffes Abtheilungsschiessen. Achtereenvolgens vinden wij hierbij opgegeven Vuuruitwerking, gebruik van de vizieren en mikpunt, vuurleiding en vuurdiscipline, voorbereidende oefeningen en oefeningen met scherpe patronen. Alhoewel het vermelde over de vuuruitwerking en het ge bruik der vizieren zeer lezenswaardig is, laat ik dit hier achter wege, omdat het mij te ver zou voeren en vooral omdat hetgeen over de middelmatige (bij ons groote) en groote afstanden gezegd wordt, en alleen op die afstanden wordt in Duitschland als regel gebruik gemaakt van salvovuur, toch voor ons van minder direct belang is. Over het mikpunt lezen wij „De schutter laat „ziel aufsitzen" (d.w.z. het doel laten staan op de „vizierlijn, alzoo richting op den voet). „Wordt een ander mikpunt als doelmatiger (beter zichtbaar of duide lijker) erkend dan wordt dat, bij aanwezige vuurleiding, gecommandeerd, „bij niet aanwezige vuurleiding door den schutter zelf gekozen". Over vuurleiding en vuurdiscipline: „Betreffende de vuurleiding en vuurdiscipline wordt naar de voor schriften van het exercitiereglement verwezen". En verder wordt nog besproken op welke wijze in sommige ge vechtstoestanden, waarbij dat mogelijk is, de troep zich bij het begin van het vuur inschiet. Dit geschiedt ongeveer op gelijke wijze als bij de artillerie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 333