332
Het lezen van wat daaromtrent in het Duitsche voorschrift gezegd
wordt en de wijze waarop dat plaats heeft, is wel de moeite waard,
het zou mij te ver voeren om het uitvoerig hier te behandelen; alleen
wil ik nog even aanteekenen, dat den man daar ook op het terrein
een voorstelling wordt gegeven van de kogelbaan, door eenzelfde
schot door verschillende, op onderscheidene afstanden achter elkaar
geplaatste schijven te doen gaan.
Wanneer ik hieraan nog toevoeg, dat van den geheelen voor de
schietoefeningen toegestanen munitievoorraad 45 patronen per man
worden bestemd voor het gevechtschieten en wel 15 voor het indivi
dueel, en 30 voor het gezamenlijk vuur, terwijl alle andere patronen
gebezigd worden voor de individueele opleiding, dan heb ik, meen
ik, een globaal overzicht van de schietopleiding in het Duitsche leger
gegeven.
Ziedaar dan een opleidingsstelsel tot veldschutter waar alles in
't werk gesteld wordt om goede „schutters" te verkrijgen, den man
te leeren zijn geweer goed te gebruiken, goed te richten en een goed
begrip te krijgen van de capaciteit van zijn wapen bij goede en
deugdelijke aanwending.
In dat leger schijnt men er dan toch wel innig van overtuigd te
zijn, dat, om goed schietende infanteriete verkrijgen, eene eerste
voorwaarde is den infanterist tot goed en oordeelkundig „schutter"
op te leiden en dat met goed indivudueel geoefende schutters ook
goede salvo's zullen verkregen worden en beter en gemakkelijker
vuurdiscipline te onderhouden is.
Trouwens alle z.g. voorstanders van het bundelvuur spreken indirect
diezelfde stelling uit, waar ze aantoonen, dat de uitkomsten bij het
bundelvuur van goede en zeer goede schutters zooveel gunstiger zijn
dan die van middelmatige schutters.
Laten wij nu eens, eenigszins vergelijkenderwijze, zien hoe de
opleiding bij ons is.
Al dadelijk valt. dan in het oog, dat wij precies de tegenover
gestelde methode volgen van die in het Duitsche leger.
In dat leger laat men den eerstbeginnende (nadat hem eerst
practisch eene voorstelling is gegeven van de afwijkingen van het
trefpunt ten opzichte van het mikpunt, verschillend bij verschillende