405 aantal, onvoldoend afgeëxerceerde, en in 't geheel nog niet tot schutter opgeleide jonge soldaten naar Aijeh moesten zenden. En thans nn de toestand eenigszins gunstiger is, thans onderhouden wij die stoutmoedigheid door hem met bundels kogels te bewerpen die hem niet deren, doch de gelegenheid geven ons beter en met meer succes te beschieten. Wanneer diezelfde kogels uit de verschil lende geweren der tirailleurs, over de geheele linie waarachter de vijand verspreid zit, aanhoudend om hem heen al raken er ook betrekkelijk weinige inslaan, terwijl hij op onze verspreide tirailleurs met zijn vuur minder uitwerking heeft, dan zal hij wel weer leeren meer respect voor onze kogels te krijgen. Aan dat indrukwekkende leven maken van salvo's is de Atjeher al lang gewend, dat dwingt hem niet meer tot ontruiming der stelling, daarin wacht hij tot dat wij aan stalten maken tot den stormaanval, maar met dat al blijft hij ons zooveel langer beschieten. Ook hiervoor zouden de besproken salvo's op 50 M. voor de stelling te Edi, eerder als bewijs kunnen aangehaald worden dan voor de tegenovergestelde bewering. Onze vijand heeft ons dus niet gedwongen onze tactiek zoo geheel en al te wijzigen. Waarom doen wij het dan, terwijl wij er niets anders dan nadeel van kunnen ondervinden. Op de meermalen reeds aangehaalde blz. 264 „Bundelvuur" zegt de majoor Rink in zijn uitval tegen de, volgens schrijver, onbevoegde beoordeelaars „Aan het afkeurend vonnis van zulke onbevoegde beoordeelaars kan „geen waarde worden toegekend en het zal zeker niet leiden tot wijziging „van onze schietopleiding". Ik ben zoo vrij aan deze profetie niet veel geloof te hechten. Wanneer het nieuwe van de tegenwoordige richting ie:s meer versleten zal zijn, wanneer de compagniescommandanten weer tot bedaren komen, en met hunne luitenants niet langer gelijken op wande lende treffervlakken, die met het grondplan van de t.refferverdeeiing als reliquie in den borstzak loopen, des nachts droomende van onuitge werkte vraagstukken over diepe doelen en afbeelding daarvan door schijven, eu des morgens opstaande met de juiste opgaven hoeveel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 408