37 maar -j- 15 man kwamen, werd op autorisatie van den Gouverneur Pompe aan de passargangers toegestaan om, na verkoop hunner waren, in die peperdure toko per man voor een halven gulden, per vrouw voor één gulden te koopen. Het gevolg was, dat het passarbezoek weldra steeg van 15 mannen tot ruim 150 mannen en 30 vrouwen en daarna steeds stiigende bleef. Toen de vergunning werd ingetrokken, kwam bijna niemand meer. Yier koeien van den aannemer liepen weg naar Pedir. De civiele gezaghebber beloofde bij terugbezorging vergunning om voor 30 in de peperdure Chineesche toko te mogen koopen. De koeien waren den volgenden dag terug. Na de Edi-expeditie in Juli 1890, werd de kust van Perlak tijdelijk gesloten en zou deze maatregel gehandhaafd blijven tot tijd en wijle T. Moeda Pasangan, Tjihik Perlak de rust en orde in zijn rijk zou hersteld hebben. Niet alleen had hij, die tijdens de Edi- expeditie verklaarde niet tegen zijne onderhebbende tegenstanders te zijn opgewassen, vooral niet tegen T. Tibang Djingké, vóór het einde van het jaar aan alle verzet een einde gemaakt, maar genoemd hoofd zelfs uit het land verdreven. Aan de betaling van de voor de Edi onlusten opgelegde oorlogs schatting wist zich Simpang Anas te onttrekken door uitvoer van de peper via Tamiang en Langkat. Aan Tjihik Perlak werd toen een voudig gezegd, dat hij verantwoordelijk was voor die onderhoorig- heden van zijn rijk en hij voldeed gewillig. Tijdens de werkzaamheden in 1890 en begin 1891 op den linkeroever der Seglirivier, beproefde T. Pakeh Pedir weer eens met de gewone Atjehsche list om ons tot verstrekken van licenties te bewegen. De sluiting heeft de bevolking zóó verarmd en verbitterd, zeide hij, dat ik tot mijn innige spijt misschien niet lang meer bij machte zal zijn,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 40