38 om het volk te beletten gemcene zaak met de moslemin te maken nu reeds kost het mij de uiterste inspanning om te beletten, dat Segli niet van Pedir uit wordt beschoten. Och, Tengkoe, werd hem geantwoord, dat zou zeer jammer voor U zijn, want dan zou later, als ua de onderwerping eene scheep- vaartregeling wordt ingevoerd, wellicht niet Pedir het voordeel te beurt vallen van tot in- en uitvoerhaven te worden bestemd, maar in plaats van Pedir b. v. Koeala Pedada en Kroeng Raja, ook zeer geschikte punten, van ons standpunt beschouwd. Pedir blijft dan ten eeuwigen dage gesloten en moet langs een dier plaatsen in- en uitvoeren. Mijnbeer, repliceerde Tengkoe Pakeh, Uwe hand drukt zwaar, maar ik onderwerp mij aan Uwen wil. Er werd van Pedir's zijde geen schot gelost. Ook te Gfroot-Atjeh gaf de sluiting, d. w. z. het verbod tot uit voer buiten onze linie en de zeer beperkte licenties aan ons onder worpen hoofden, macht, en maakte die hoofden gewillig en onderworpen. Een paar voorbeelden Een ondergeschikt vijandelijk hoofd uit de YI Moekims onder wierp zich en werd hem opgelegd om de oprechtheid van zijn wensch te bewijzen, door eene aan Tekoe Neq van Merassa toebehoorende prauw, die gestolen was en zich te Koeala Pantjoer bij eene bende van Tengkoe die Tirou bevond, daar te rooven en aan ons uit te leveren. Het was een moeilijke taak, doch hij volbracht ze en leverde in een donkeren nacht de prauw af aan een onzer oorlogsschepen op de reede van Oleh-leh. T. Moeda Rajoet uit het geslacht van de Imams der XIII Moekims Toengkoep, een man van groot gezag en invloed in de sagi XXYI, deed dringend het verzoek om de in die sagi opgeschuurde peper te mogen uitvoeren; de ons aangeboden voordeeien waren zeer groot, onze troepen zouden ongehinderd door de sagi XXYI kunnen mar- cheeren, de vijandelijke benden zou hij verjagen. Het verzoek werd geweigerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 41