427
sedert 20 jaren onbetwistbaar de meerderheid boven de tegenstanders,
die wij in dit vervlogen tijdperk hadden te bestrijden.
Zelfs zijn wij en naar ik geloof terecht gespaard gebleven
voor een transformatie, waartoe men in Nederland is moeten over
gaan, om daar althans het gevaar te voorkomen, dat men met een
verouderd vuurwapen zou moeten optreden tegenover een vijand, wiens
geweer niet alleen een veel grooter ballistisch vermogen zou bezitten,
maar tevens een veel grootere vuursnelheid zou toelaten.
Maar hoe groot nu ook de door dit alles behaalde voordeelen,
vooral in financieel opzicht, mogen zijn, daarbij mag niet uit het
oog verloren worden, dat onze infanterie dan ook op dit oogeublik
in bewapening zeer ver ten achteren is en dat een nieuwe bewape
ning wel uitgesteld, maar in geenendeele afgesteld is kunnen worden,
zooals in dit tijdschrift reeds in 1888 door den heer Creutz Lech-
leitner en in 1889 door den tegenwoordigen majoor de Neve met
klem betoogd is.
Dat ook bij hoogerhand deze overtuiging bestaat, blijkt hieruit,
dat sedert 1891 een commissie te 's-Gravenhage, waaraan ook officieren
van het Indische leger waren toegevoegd, zich heeft bezig gehouden
met het beproeven van klein-kaliber-geweren, ten einde tot de vast
stelling van een nieuw wapen voor de Nederlandsche en de Indische
infanterie te geraken. Deze commissie heeft voor beide legers eenzelfde
geweer van 6.5 mM. aanbevolen en in het eind van 1892 zijn dan
ook 100 dezer geweren naar Indië gezonden ter beproeving door de
troepen.
Op dit oogenblik is het dus zeker niet van belang ontbloot, de vraag te
stellen, of de aanneming van dit geweer bepaald wenschelijk te achten
is. Met andere woordenzou die aanneming onze infanterie met een
enkele schrede zóó ver voorwaarts brengen, als mag worden verwacht
na een twintigjarig tijdvak van algeheelen stilstand in het vraagstuk
der bewapening j nu de groote uitgaven, die alle andere legers zich
iu de laatste tien jaren somtijds bij herhaling tot verbetering der
geweren hebben getroost, voor het Indische leger geheel ziju verme
dennu onze infanterie tegenover de verschillende stelsels der nieuwe
vuurwapens een volkomen onafhankelijk standpunt zou kunnen inne
men en dus kan verwachten, begiftigd te worden met het nieuwste