436 En eindelijk heeft de Generaal Wille, die op het gebied van wapen techniek en ballistiek zooveel naam gemaakt heeft, in 1893 een brochure het licht doen zien: „Das „kleinste" Gewehrkaliber", waarin hij de eischen en eigenschappen van geweren van 65.554.543.5 en 3 mM. tot onderwerp zijner theoretische studiën gemaakt heeft. Wijzende op het onbetwistbare recht en den onafwijsbaren plicht van alle souvereine staten, die levenskracht bezitten, om met alle krachten voortdurend te streven naar de meerderheid in bewapening boven hun vermoedelijke tegenstanders en zich in dit opzicht, gebruik makende van alle vorderingen der techniek, een zoo groot mogelijken voorsprong te verzekeren, trekt de Generaal aan het eind van zijn geschrift de conclusie „Zulk een voorsprong op het gebied der geweren is thans voor de „legers, die aan hunne infanterio binnen korten tijd noodwendig een •„nieuwe bewapening zullen hebben te geven d. i. voor alle, die niet „eerst onlangs een 6.5 mM. geweer aangenomen hebben slechts te „bereiken, door zoo spoedig doenlijk over te gaan tot het kaliber van „5 mM., dat ongetwijfeld reeds in de naaste toekomst in volkomen „bruikbaren vorm kan worden vervaardigd. „Gelijktijdig daarmede dient echter ook een grondige practische beproe ving van nog kleinere kalibers hand in band te gaan, om ten minste „met voldoende zekerheid vast te stellen, waar de uiterste grens ligt, tot „welke men tegenwoordig, dan wel voor goed, gaan kan, zonder te stooten „op bezwaren, die, voorloopig of voor altijd, onoverwinnelijk zijn". Het eerste gedeelte van dezen raad van zoo bevoegde zijde is in het bijzonder toepasselijk op het Indische leger, dat sedert 20 jaren de bewapening zijner infanterie in het geheel niet gewijzigd heeft. Het belang eener voortgezette verkleining van het kaliber behoeft voor ons minder gezocht te worden in een vermeerdering van het ballistisch vermogen, daar b. v. het Italiaansche geweer in dit opzicht op ruime schaal geeft, wat onze infanterie noodig heeft. Maar zelfs al zouden de geweren van minimum-kalibers niet uitmun ten boven die van 6.5 mM., wat het ballistisch vermogen betreft, zij zullen andere voordeelen meebrengen, die voor ons niet te verwer pen zijn. Wellicht zou het gewicht van het geheele wapen nog geringer kunnen worden, maar in ieder geval wordt het gewicht der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 439