'488 Op grond van dit alles komt het voor, dat de meening van den Generaal Wille van groot gewicht is voor onze infanterie, nu het vraagstuk van de wijziging der bewapening nog hangende is. Ware de nood zóó dringend, dat geen uitstel wellicht zelfs van zeer korten tijd meer mogelijk ware en, vooral ook: ware het in beproeving genomen geweer op dit oogenblik in alle opzichten het meest geschikte wapen voor den Indischen infanterist, dan zou het oogenblik voor het aannemen hiervan geacht kunnen worden, aangebroken te zijn Maar zóó staat de zaak op dit oogenblik naar mijn meening niet en daarom heb ik gemeend, geen geheel nutteloos werk te verrichten, door in het kort den tegenwoordigen stand van het vraagstuk der infanterie-bewapening te toetsen aan de eischen, die m. i. in het belang van ons leger op den voorgrond dienen te worden gesteld. J. F. Breijer. Maart 1892.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 441