459 derde dit; door nu op dezen laatste te drukken, ontsnapte de haan en drukte de lont op het kruit, ziedaar den oorsprong van den snaphaan. Langzamerhand geraakte de lont op den achtergrond en zocht men naar eene inrichting om het kruit naar willekeur te ontsteken. Men kreef nu een slot in den vorm van het lontslot; een stuk zwavel- kies, dat tusschen de lippen van den haan wordt geklemd, sloeg tegen een stuk ijzer, er ontstonden vonken, die het kruit op de pan moesten doen ontbranden, later werd dit stuk ijzer zoodanig vervormd dat het tevens diende als pandeksel. Hierop volgde het vuursteenslot, waar mede nog alle Napoleontische oorlogen gevoerd werden. Yuursteen leverde namelijk een zekerder vuurstraal. Het was echter zeer moeie- lijk te bewerken en bros; was het stuk bijv. te vast geklemd tusschen de lippen van den haan, dan sprong het, daarom zette men het vast in kussens van leder of tin. In het pandeksel waren overlangsche groeven gesneden om den vuurstraal met meer zekerheid te doen plaats hebben. De veeren van haan en pandeksel moesten van gelijke sterkte zijn en ziehier juist de groote moeielijkheid in dien tijd, daar men de sterkte der veeren empirisch moest bepalen. Naast het vuursteenslot ontwikkelde zich het radslot (1517 te Neurenberg). Aanvankelijk werd de ketting opgewonden door een sleutel, later werd dit gedaan, door den haan 5 of 6 maal achter elkander te spannen. Deze sloten, die oogenschijnhjk beter werkten dan de vuursteensloten, zijn nooit algemeen ingevoerd geweest, aangezien men van hoogerhand er tegen was; b.v. Lodewijk XIV dreigde met de doodstraf alle commandanten, die bij hun korps radsloten hadden of invoerden. Vroeger bestonden er onnoemelijk veel modellen geweren en in één korps waren verschillende modellen en soorten, dit kwam omdat één man een geweer geheel afwerkte; iedere stad had zijn eigen wapen smid, die zijne eigene verbeteringen geheim hield. Gustaaf Adolf bracht hierin het eerst verandering; hij liet zijn boeren des winters afzonderlijke stukken maken, die dan later saam- gevoegd werden tot een geheel, zooals nu nog aan de geweerfabrieken geschiedt. De oudste wapenfabriek is die te Sielh in Stiermarken, deze o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 462