462 hoeveelheid op de pande haan sloeg neer en het kwikoxyd ontplofte. In een cylinder was genoeg kwikoxyd voor 40 schoten, maar het gebeurde dikwijls dat de geheele hoeveelheid in eens ontbrand de, waardoor natuurlijk ongelukken plaats hadden. Daarna verving men den cylinder, door telkens een zundpil van dezelfde stof in het zundgat te stoppendeze uitvinding is echter voor de troepen niet ingevoerd geweest. Belangrijker echter was de uitvinding van den Engelschman Egg, die in 1818 het slaghoedje uitvond en tevens het schoorsteentje op den loop aanbracht. In den beginne sprongen er bij het afgaan van het schot stukjes van het slaghoedje af, die dan dikwijls in het gezicht van den schutter kwamen, daarom bracht men op de hoedjes overlangsche groeven aandit bespoedigde het scheuren, maar in de gewilde richting. Een ander nadeel was, dat de man met koude de slaghoedjes niet gemakkelijk kon aanvatten zij hadden echter het zeer groote voor deel dat de weigeringen teruggebracht werden van 14 op 1 Algemeen werden dan ook deze hoedjes met schoorsteentjes toe gepast en onder den naam van percussiesloten ingevoerd 18301850. In den slag bjj Dresden kwam het nog zeer veel voor dat de schoten weigerden door 't nat worden van 't kruit (1813), dit gebrek verviel ook bij de slaghoedjes. Door deze verschillende verbeteringen vermeerderde de snelheid van vuren zeer, zoodat men 2 a 3 gerichte schoten in de minuut kon afgeven, doch de grootste afstand, waarop met den gladden tromplader nog eenige kans van treffen bestond, was evenals in vorige eeuwen nog steeds 300 pas. Kort na de invoering der percussiesloten, begon men te zoeken naar verbetering der ballistische eigenschappen en de trekken werden ingevoerd. Deze trekken waren reeds vroeger bekend. In 1498 had Zöllner reeds een loop vervaardigd met rechte trekken, deze dienden echter alleen tot afneming van kruitslijm. In 1520 ver vaardigde Kotter tot dat doel schroeftrekken, daar deze gemakkelijker zijn aan te brengen dan rechte trekken. In 1746 bewees Robbens langs theoretischen weg het nut der trekken, doch eerst later werd deze theorie toegepast ten einde den kogel een draaiende beweging te geven, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 465