474 Een duidelijk bewijs, dat niet allen vrijwillig den hoofdmuiteling dienden is het feit, dat Dipo Negoro de vrouwen en kinderen zijner hoofden in het Kliergebergte, naar het heette, in veiligheid liet brengen, doch waar zij eigenlijk gehouden werden als gijzelaars voor de trouw dier hoofden. Dipo Negoro ten spijt, had de gedragslijn des opperbevelhebbers de heilzaamste uitwerking. Meer en meer onderwierpen zich vijandelijke hoofden. De meesten werden door ons trouw gebleven hoofden bewogen, den onwettigen sultan af te zweren, onder verzekering van vergeving en onderstand. Eerst na hunne onderwerping droegen zij hunne belangen voor; het waren steeds redeljjke verzoeken, waaronder dat, om het behoud der bij Dipo Negoro verkregen titels. Slechts in de eerste jaren van den opstand hebben twee prinsen zich op voorwaarden onderworpenen die voorwaarden behelsden verzoeken, die hun reeds vóór den opstand waren toegestaan. Wij verzoeken den geachten lezer op deze omstandigheden te willen letten, en wij zullen aantoonen dat ook de rebel Dipo Negoro niet op arglistige wijze in onze macht viel, noch door beloften werd misleid. Generaal de Koek steeds bedacht, om zonder geweld tot zijn doel te geraken, wist te bewerken, dat sultan Sepoe (de vorst in 1812 door de Eugelschen afgezet, en in 1816 door ons naar Amboina verbannen) weder op den troon werd hersteldde minderjarige sultan bleef zijne aanspraken daarop behouden. Op deze wijze hoopte de generaal een tegenwicht te stellen tegen den invloed van Dipo Negoro. Het was een zonderling toeval, dat terwijl op 12 September 1826 te Salatiga de herstelling en uitroeping plaats vonden, dienzelfden dag te Djocja een complot ontdekt werd, om den jongen sultan te ontvoeren. Ten einde den jeugdigen vorst voor verdere aanslagen van de zijde van zijn oom, Dipo Negoro, te vrijwaren werd hij naar het fort gebracht en bij aankomst van sultan Sepoe, in den kraton, onder diens hoede gesteld. Sultan Sepoe heeft, helaas, niet dien invloed uitgeoefend, dien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 477