46 Ik vind dit niet juist gezegd de handel uit de Straits heeft hiermede m. i. niets te maken, maar wel zijn wij dit verplicht te doen tegen over de Atjehers, onze onderdanen; hun moeten wij het, door eeue goede keuze van plaatsen, mogelijk maken, hunne producten zonder groote moeilijkheden naar die plaatsen te vervoeren. Juist vind ik daarentegen, wat Generaal van Teijn zeide: de te kiezen plaatsen moeten zoodanig gelegen zijn, dat de handel geen bezwaar kan maken, dat telkens de voor laden en lossen geschikte tijd met stoomen verloren gaat, niet te ver dus van elkander verwij derd; maar ook moeten zij niet zoo dicht bij elkander liggen, dat men geen redelijk groote centra van handel krijgt, want het loont de moeite slecht om plaatsen aan te doen, waar slechts geringe hoeveelheden worden gelost en geladen en ook verhoogt dit de kosten voorts leggen bij de keuze der plaatsen goede ankerplaatsen, aanzien en vertrouwdheid van de hoofden, en de grootheid en macht van de staatjes gewicht in de schaal. Scherer wijst op bladz. 38 van zijne lezing aan Op de Noordkust: 1 Edi. 2 Telok Semawé 3 Samalanga 4 Segli Op de Westkust 1 Malaboeh 2 Tenom 3 Rigas 4 Kloewang Op Groot-Atjeh 1 Oleh-leh 2 Poeloe Way. De Generaal van Teijn achtte op de Oost- en Noordkust: Edi Telok Semawé en Segli, althans vooreerst, voldoende, daar elk dezer staatjes aan bijna al de opgenoemde eischen beantwoordt; later zou, als het om de een of andere reden wenschelijk bleek, nog een vierde plaats in aanmerking kunnen komen. Op de Westkust wenschte de Generaal Telok Kroet, Melaboeh en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 49