507 Ik begrijp natuurlijk zeer goed, dat de Xederlandsche Weduwen-en Weezenkas, ook al contribueeren de in Indië gedetacheerde Hollandsche officieren meer dan hunne kameradeu in't moederland, met deze excepiio- neele toestanden geen rekening kan houden, maar zou het niet de plicht zijn van de Regeering om deze quaestie eens ter harte te nemen P Zooals art. X van het schema thans luidt, vind ik het voor de a.s. officieren wel degelijk een punt van ernstige overweging of zij wel tot de 2e categorie behooren toe te treden. In 't slot zijner voordracht wijst de spreker in Krijgswetenschap nog op de volgende punten. Bij verwezenlijking van zijne plannen zou men nimmer zijne toevlucht behoeven te nemen tot aanstelling van minder geschikten. Zeer juist, maar die gelegenheid is ons met de opheffing van de Militaire School toch al uit de handen genomen. Ik voor mij zou niet weten, waar wij, bij het dreigen van oorlogsgevaar, in de toekomst onderofficieren zouden kunnen vinden, die met eenigen waarborg tot 2en luitenant zouden zijn te benoemen. Door den invloed der 2e categorie zou zoo leest men op blz. 420 veel kunnen worden gedaan om de belangstelling voor het Indische Krijgswezen in Nederland te vermeerderen en in de behoeften daarvan zooveel mogelijk tegemoet te komen. Jaals dat eens te bereiken was, dan zou ik misschien daarom alleen een voorstander van het stelsel worden, maar na de ondervinding, die te dezen opzichte met de detacheeringen is opgedaan, wanhoop ik aan die belangstelling. Eindelijk worden op blz. 421 nog eenige regelen gewijd aan hetgeen het meest essentieele moet genoemd worden, d.i. aan de financieele zijde van de quaestie Op grond van eenige oorzaken, die op dit oogenblik natuurlijk nog niet van naderbij kunnen worden beschouwd en daarom met een weinig omzichtigheid moeten worden aangenomen, komt spreker tot de slotsom, dat alles te zamen genomen de kosten der bestaande en der voorgestelde regeling vermoedelijk niet zeer veel van elkander zulten verschillen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 510