514 - teruggekeerd, werkte hij voort en deed in 1827 een nieuw geweer het licht aanschouwen, het zoogenaamde Züuduadelgeweer, dat verbe terd tot het Mod./41 in Pruisen aangenomen werd en waarvan Koning Wilhelm IV 60000 stuks liet aanmaken. Daarna kreeg men het Chassepotgeweer, dat in 1866 door Na poleon III in overijling werd ingevoerd. De slechte gasafsluitingde meer samengestelde inrichting, de vrees voor munitieverspilling hielden het algemeen in voeren der achterlaad wa pens tegen; eerst toen de gasdichre eenheidspatroon met centraalontste- king was uitgevouden en toegepast, nam de techniek eeue groote vlucht. Toen in 1870 Nederland tot de invoering van 't Beaumontstelsel overging, waren alle gedachten aan expansie en jjonipressie verdwenen en berustte het volgen der trekken alleen op de indringing van 't lood van den kogel in de trekken. De verschillende stelsels van achterlaadgeweren, die toen ontstonden, kan men om tot een goed overzicht te geraken, het best indeelen naar de wijze van sluiting. Zie navolgende tabel A. Grendelsluiting. Zündnadel ÜreyseM/41 ChassepotM/68 BeaumontM/71 MauserM/71 GrasM/74 Berdan IIM/71 VetterliM 71. B. Wentelsluiting a. As loodrecht j Comblam II. f Martiny-Heury. 1. Boven achterdeel sluit- Martiny-Peabody. stuk (valbloksluiting) =j Werder. I 2. Voorgedeelte boven in Type-Reramington. 3. In 't bovengedeelte, slaat naar voren open op den loop. 1 Albini Brandlin M/68. ^België J Karabiner gewehr Terssen M!,8/6S Comblain I (Tusschensoort slaat aohterover open). Italië Milbank Am sier M/66.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 517