529
4'. De terugstoot en in verband hiermede de zwaarte van 't
geweer.
Het gewicht van een geweer hangt af van de sterkte van den
terugstoot en van de handelbaarheid, alsmede van de belasting van
den soldaat. Twee eischen staan hier weder tegenover elkander, de
terugstoot eischt een zwaar wapen en de uitrusting een licht geweer.
De terugstoot is bij een aanhoudend vuren niet hinderlijk, wanneer
het geweer een gewicht heeft van 1000-maal het gewicht der lading
en 200 maal het gewicht van den kogel (volgens redeneeringen van
Neumann en Sauer).
Hieruit volgt dus dat het maximum gewicht 5 KG. bedraagt, ook
met het oog op den last, dien de geweerdragende moet medevoeren.
Toch heeft men met het oog op dit laatste punt in de meeste
landen een kleiner gewicht voor het geweer genomen en dus wille
keurig den terugstoot grooter gemaakt. Men ging n.l. van het zeer
juiste standpunt uit, dat een groot gewicht van een geweer altijd
bezwaar oplevert en dat de terugstoot alleen dan merkbaar is, wan
neer bet wapen als vuurwapen gebruikt wordt, iets dat in een veld
tocht betrekkelijk weinig voorkomt.
5e. Zoo groot mogelijke vuursnelheid.
De vraag blijft nog steeds te beantwoorden of het voor ons leger
een vereischte is, om een repeteergeweer te bezitten. Als overgangs
maatregel is men er toe overgegaan om het Beaumont-geweer te
wijzigen. Dat deze wijziging aan de verwachting beantwoord heeft,
is vrij zeker ontkennend te beantwoorden.
De commissie van proefneming gaat echter door om naar een
doelmatig repeteer-wapen om te zien, dat door eenvoudigheid van
samenstelling boven alle andere stelsels uitmunt.
Het karakteristieke van een repeteerwapen bestaat hierin, dat men
een zeker aantal patronen, achter elkander of tegelijkertijd (pakjes)
in een magazijn kan plaatsen en bewaren, om op een gegeven oogen-
blik deze te kunnen gebruiken, zonder dat de man de moeielijke
beweg'ingen behoeft te verrichten, die aan een enkellader verbonden
zijn en uit den aard der zaak ten nadeele van de vuursnelheid komen.
Als hoofdmotief tegen het invoeren van een repeteerwapen
werd langen tijd aangegeven de angst voor munitieverspilling. Dit