DE ONDERWERPING EN GEVANGENNEMING VAN DIPO NEGORO, HOOED DER OPSTANDELINGEN IN DEN JAVA-OORLOG 1825-1830. Vervolg van blz. 424). Slot. Eerst tegen einde Mei 1827 landden de troepen, ongeveer 3000 man, onder kolonel Vermersch, in Indiëtegenwind, zwaar weêr en averij hadden de schepen geruimen tijd opgehouden. Volgens artikel 13 van laatstbedoeld besluit mocht die troepenmacht niet verspreid worden. Een zeer bindende bepaling, die geheel in strijd was met generaal de Kock's oorlogsplannen, en terstond aanlei ding gaf tot vele moeilijkheden met den Commissaris-Generaal. Het lag in de bedoeling van den opperbevelhebber om den opstand tot engere grenzen terug te dringen; daartoe moesten verschillende colonnes vooruitgaan en moest het genomen terrein door versterkin gen afgesloten worden. Dit stelsel had goede resultaten, daar vele Inlanders, nu hun bescherming verzekerd was, zich niet langer lieten dwingen, de partij des opstands te kiezen. Toch drong de Commissaris-Generaal aan, op de stiptste nakoming der bepalingen, wat veel geschrijf uitlokte tusschen den generaal en de hooge Regeering. De gevoerde briefwisseling werd naar Nederland opgezonden en de generaal de Koek mocht de voldoening smaken, zijne oorlogshande lingen goedgekeurd te zien. De studie van den Java-oorlog van 17461756 had den generaal geleerd, welke tactiek hij tegenover de muiters te volgen had. Behalve door krachtsontwikkeling, wilde hij door geduld en welwil lendheid den wantrouwenden aard der Javanen overwinnen, te meer daar vele prinsen en hoofden uit zwakheid of dwang zich bij de partijgangers hadden aangesloten. Dl. I, 1893. 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 476