INDIVIDUEELE SCHIETOEFENINGEN.
Om een soldaat tot een goed schutter te vormen moeten de lust
en de ijver in het schieten worden bevorderd.
Hoe korter de schietoefening duurt, hoe minder de ijver bij offi
cier en schutter zal verflauwen. Wanneer van af 6 uur geschoten
wordt op een terrein, dat na 9 uur als het ware door de zon geblakerd
wordt en waar schaduw uitzondering is, dan gaat de opgewektheid,
zelfs bij den meest ijverige, verloren, zeer ten nadeele der oefening.
Het is dan ook noodzakelijk, dat alles vermeden worde, wat den
duur verlengen kan en zouden naar mijne meening te dien opzichte
enkele goede wijzigingen in het V. S. kunnen worden aangebracht.
85. Om welke reden zich bij het snelvuur geen personeel in den
waarnemingspost mag bevinden, is mij niet recht duidelijk. De veilig
heid toch zal evengoed verzekerd zijn als bij het afgeven van een
enkel schot. Ook komt het mij onnoodig voor, dat bij het snelvuur
de schoten in tegenwoordigheid van den man worden opgenomen.
Worden het begin en het einde van ieder snelvuur door teekens aan
gegeven, zoo kan door het in den observatiepost blijvende personeel het
aantal treffers door middel van de aanwijsschijf worden te kennen
gegeven. Yeel onnoodig heen en weer loopen en tijdverlies zullen
daardoor worden vermeden.
93. Vijftig meter verschil in afstand bij gebruik van twee
banen is te weinig. Het beoordeelen hiervan zou gerust aan het
oordeel van den compagniescommandant, c.q. den oudsten officier,
kunnen worden overgelaten. 56 van het Nederlandsche reglement
geeft dan ook geen bepaalden afstand aan.
102. Volgens de eerste alinea mag de man niet tot de lading voor
een volgend schot overgaan, dan uadat van het voorgaande de ligging
en waarde van den treffer zijn aangewezen. Naar mijne meening
bestaat er geene enkele reden om met die lading zoolang te