252 akte toegevoegd: 7e dat wanneer de aangenomene afkomstig is van het leger hier ter lande en hij, nadat de overeenkomst door den commandeerenden officier van het Koloniaal Werfdepot is bekrachtigd» vóór den dag van inscheping naar zijne bestemming van die verbin" tenis wordt ontheven, de verplichting op hem blijft rusten om het onvervulde gedeelte der bij het leger hier ter lande aangegane ver bintenis alsnog te volbrengen, ten ware hij ook van deze uitdruk kelijk ontheven wordt. De minder gunstige resultaten der werving in 1890 hebben waar schijnlijk het gevolg gehad, dat in Maart 1891 wijziging gebracht werd in het Koninklijk besluit van 30 December 1883, betreffende de toepassing van de reglementen omtrent het geneeskundig onder- zoek nopens de geschiktheid van vrijwilligers voor den kolonialen militairen dienst. Personen n 1. die in Oost-Indië geboren zijn of aldaar twee jaar vertoefd hebben, worden niet geacht ongeschikt te zijn voor den kolonialen militairen dienst door de navolgende ge breken: „Zoogenaamde huidadernetten en kleine aderspatten" en „lichte graden van aderbreuk van de zaadstreng (varicocèle). Die ge breken sluiten de geschiktheid voor den dienst bij de koloniale re serve niet uit. (1) Vijf maanden later (Koninklijk besluit van 20 Juli 1891) werd ook wijziging gebracht in de eischen van physieke geschiktheid voor den militairen dienst in West-Indië, en bepaald, dat personen, die bij hunne aanmelding ter dienstneming voor West-Indië nog geen twee effectieve voor pensioen (gagement) geldende dienstjaren in reke ning kunnen brergen en physiek geschikt bevonden worden ter toela ting bij de nationale militie, worden geacht mede physiek geschikt te zijn voor den militairen dienst in West-Indië, mits zij niet ten gevolge van malaria lijden aan bloedarmoede of wel aan vergrooting van lever of milt. Door dezen maatregel kon beter dan tot nu toe het geval was, voorzien worden in de benoodigde contingenten voor West-Indië' Soms was de toeloop voor die koloniën zoo groot, dat van tijd tot tijd beperkende bepalingen omtrent die werving moesten worden vastgesteld. (1) Bij koninklijk besluit van 29 Juni 1894 verviel dat van Maart 1891, omdat personen met zooevengenoemde gebreken behept, voortaan niet meer ongesohikt wor- den geacht voor den kolonialen militairen dienst,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 267