127 zich op dien afstand zijwaarts van het door den troep gevolgde pad onzichtbaar opgesteld, maar op verschillende punten langs het pad trof men die benden aan, zoodat de beschietingen zich voortdurend herhaalden. Dat telkens schieten van een vijand die onzichtbaar bleef en de gesteldheid van het terrein matten den troep sterk af, hetgeen zeker een succes voor den vijand mag genoemd worden. De communicatie echter tusschen patrouilles onderling en met onze vestiging te Poeroek Tjahoe werd nooit verbroken, zooals dit op Atjeh nogal eens geschiedde. Berichten konden meestal ongehinderd verzonden worden. Ook de aanvoer van verschillende benoodigdheden werd nimmer be. let of belemmerd. De postprauw o. a. tusschen Moeara Teweh en Poeroek Tjahoe is nooit door den vijand aangehouden gewor den, dan wel beschoten, niettegenstaande deze daartoe gelegenheid in overvloed gehad heeft. Keerde onze troep naar het bivouak terug, dan maakte de vijand het hem niet lastig. Het zg. „naar huis brengen" van den troep, waarvan de Atjeh-oorlog zoovele voorbeelden geeft, is tot nu toe hier onbekend. Yuurgevecht. Onder deBoven-Doesoeners zijn goede schut ters. Dit is niet te loochenen. De vijand stelde zich meestal op achter dikke boomen, zijwaarts van het pad door den troep ge volgd, of wel achter dichtbegroeide hoogten, op geen grootere afstanden dan 30 a 40 pas van de plaats, waar volgens zijne berekening de troep moest voorbijgaan. Als doel nam hij de 2 of 3 voorste menschen van de spits, den officier- of onderoffi cier-spitscommandant, dan wel den commandant ter hoogte van het midden der colonne. Daar hij spaarzaam met zijn munitie moest zijn, schoot hij zijn geweer alleen dan af, wanneer hij uit werking dacht te hebben van zijn schot. Helaas was die uit werking dikwijls groot. Yuursoorten. Het vuur van den vijand bestond uitslui tend uit een ongeregeld individueel vuur. Eerst enkele schoten op de spits, daarna ter hoogte van het midden der colonne of patrouille, kort na elkaar, en dan bijna altijd op officieren of on derofficieren. Ongelukkig genoeg waren deze schoten bijna altijd raak, sommige zelfs met doodelijken afloop schoten in het hoofd. Bepaalde personen werden aangewezen, om den kapitein-com-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 143