153 zonder voor eenig den man begrijpelijk doel. De recrutentijd wordt daardoor voor hem een periode van dagelijks terugkeerende kwellingen, die hem ten laatste zoo biologeeren, dat hierdoor met zijn wil ook zijn denkkracht verlamd wordt. Het is heel moeilijk te zeggen, wanneer de recruut beschouwd kan worden in alle opzichten zijne plichten als soldaat te kunnen vervullen, maar zeker is het, dat het kenmerk van volledige geoe fendheid tegenwoordig niet meer ligt in de richting, waar men het thans nog zoekt. De moderne oorlog eischt mannen, die, het nut en de noodzakelijkheid der beide reeds besproken bestanddeelen der krijgstucht beseffende en erkennende, door zelf te denken en zelf te handelen niet zoozeer weten te doen, als wel weten toe te passen wat hun geleerd werd. Onzinnig noemen wij het dan ook, bij de opleiding zoo lang te blijven treuzelen bij de lading, de hand grepen, de richtingen, enz. De vraagwat wordt er van hem op het gevechtsveld geëischt, moest men bij de recrutenoefeningen wat nadrukkelijker stellen. Men zou dan ontdekken dat in Indië aan het onderricht in schieten en schermen veel te weinig aandacht geschonken wordt en tevens, dat dit, voor zooverre het geschiedt, op veel te schoolsche leest is geschoeid. 1) Het middel wordt te veel voor het eigenlijke doel aangezien, van daar dat de afgeëxerceerde recruut, die bijna alleen met het eerste werd beziggehouden, pas als zg. geoefend soldaat begint met het laatste kennis te maken. Na afloop van den recruten- cursus is dan ook nog volstrekt niet te zeggen, of de leerling wel ooit als voldoende onderlegd zal kunnen worden beschouwd, want dan eerst moet men aanvangen, wat men bij de recrutenop- leiding verzuimde te doen, en dit dan nog, terwijl de grondslag waarop moet worden voortgebouwd verre van stevig werd gelegde In verband met de zooeven door ons gegeven beschouwingen over het recrutenonderricht, willen we hier tevens met een enkel woord de zoo veelvuldig geuite klacht ter sprake brengen dat er te weinig goede instructeurs zijn. Nog onlangs werd het als een onoverkomelijk struikelblok voor den goeden gang van zaken aangemerkt, dat meer dan tien recruten aan één onder wijzer moesten worden toevertrouwd. Nu, zeker is het, dat men 1) Over dit onderwerp alléén ware door een bevoegde een afzonderlijk opstel te schrijven Dl. I 1904. 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 169