162 om eene niet opvallende uniform te verkrijgen, die den vijand een zoo gering mogelijk doel aanbood. De Franschen bedekten hunne roode képis en de Duitschers maakten de witte riemen der ransels en sabelkoppels zwartook zij bedekten de schitte rende deelen der helmen, evenals onze fuseliers te velde dat doen. Langen tijd bleef dit onderwerp rusten, totdat de Boeren oorlog er een nieuwen stoot aan gaf, gegrond op de uitwerking der nieuwere geweren. De eisch van eene veldtenue van indifferente kleur is echter geen kind van dezen oorlog, want de Engelschen kennen de khaki-uniform reeds sedert het midden der 19e eeuw. De oorlog bewees slechts met betrekking tot de kleeding wat enkelen reeds lang wistenevenals hij ook op tactisch gebied de reeds lang bekende meening waar maakte, dat tegenover de heden- daagsche vuurwapenen een frontaanval over open terrein tegen een even sterken vijand eene onmogelijkheid is. De vermeerderde vuuruitwerking hangt overigens ten nauwste samen met het vraagstuk der tenue. Juist die vermeerdering wijst ons op de noodzakelijkheid van eene uniform van indiffe rente kleur, die hare dragers als 't ware in het terrein doet op lossen en waaraan ook, zooals vanzelf spreekt, al het blinkende en glinsterende wordt weggelaten. Een dubbel in elkaar grijpend voordeel is het gevolg van zulk eene uniform. Ten eerste wordt bloed gespaard, omdat zij het mikken en daar mee ook het treffen door den tegenstander lastiger maakt. Ten tweede behoudt men zoowel bij aanval als bij verdediging de manschappen tot doorvoering van den strijd. De tegenstander werpt de eene massa projectielen na de an dere en gelooft het vuuroverwicht te hebben verkregen. Maar het is verloren moeite; dank zij de in het terrein oplossende kleur der uniformen, ondersteund door het rookzwak kruit de verschrikkelijke „ledigheid van het slagveld" waarvan de En- gelsche berichten in den Boerenoorlog spreken heeft hij niet veel getroffen. Er zijn zulke indifferente kleuren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 178