215 „vijandelijk detachement bij Kebajoran gesignaleerd te doen ver drijven, indien inderdaad het voornemen bestond om bij den „opmarseh van de spoorbaan gebruik te maken, en indien andere omstandigheden geen beletsel vormden tegen het onverwijld uitzen den van het detachement1), het volgende. Aangenomen dat het juist is hetgeen met de voorhanden gegevens niet is uit te maken wat Schrijver opmerkt om trent het tijdstip van uitzending van het detachement, dan heeft de leider der oefening het in de hand om het door Schrij ver bedoelde onnatuurlijke of onwaarschijnlijke in de onderstelde handeling van den brigadecommandant te veronzijdigen door eenvoudig een of meer dier „andere omstandigheden" (Schrijver noemt er enkele), die zich te velde immers zoo vaak voordoen, als aanwezig aan te nemen en tot goed begrip der zaak te vermelden. Wat de opdracht voor het detachement der Zuidpartij betreft, valt op te merken dat de opdrachtgever, i. c. de opperbe velhebber dier partij, onnoodig en zeker ongewenscht ingrijpt in de taak en de bevoegdheid van den detachementscomman dant, door dezen te gelasten aanvankelijk nabij de Pasanggra- han stelling te nemen. .Juist met het oog op den grooten af stand van de plaats van den opdrachtgever tot het aangegeven punt en dus op de belangrijke tijdsruimte tusschen het geven en het uitvoeren van de opdracht, binnen welke tijdsruimte de omstandigheden waaronder het detachement zal moeten optre den zich sterk gewijzigd kunnen hebben zonder dat de opdracht gever tijdig daarvan kennis kan bekomen hebben, was hier het geven van meerdere vrijheid van handelen aan den deta chementscommandant geboden. Naar mijne meening had de opdrachtgever zich, wat betreft het geven van aanwijzingen op de uitvoering betrekking heb bende, er toe moeten bepalen dien commandant mede tedeelen,. dat het voor de eigen partij van het grootste belang was, dat de spoorbaan zooveel mogelijk onbruikbaar gemaakt werd, waar toe in de eerste plaats de zich daarin bevindende kunstwerken vernield moesten worden, te beginnen met de brug over de Pasang-- i) De cursiveering is van mij.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 229