226 houden, dan wel hem in de flank te kunnen aanvallen en zijn opmarsch te vertragen tot de infanterie hem had ingehaald. Om 10J v.m. werd de Koedoesrand bereikt. Hier werden een, twintigtal Boeren, meest allen verkenners van Cronjé, gevangen genomen en kreeg men door hen zekerheid, dat deze met zijn geheele macht en een 3 mijl langen trein O. waarts trok, langs den N. oever van de Modderrivier, en, blijkbaar onkundig van de aanwezigheid der Engelsche cavalerie, de drift naderde, welke zich vlak voor den Koedoesrand bevond. De plotselinge verschijning van de Engelsche cavalerie moest Cronjé en zijn manschappen als een donderslag treffen. Den avond te voren nog was French 12 mijl ten N. van Kimberley met de Boeren in aanraking geweest en nu bevond hij zich bij de Koedoesranddrift, na dien morgen 35 mijl te hebben afgelegd. Een deel van de hem opgedragen taak was vervuld, hij had de drift bereikt vóór den vijandde vraag was nu of hij in staat zou zijn Cronjé vast te houden gedurende de uren, die verloopen moesten eer versterking kon komen. Zijn toestand was kritiek, daar de Boeren, naar hij meende, ongeveer 6000 man sterk waren en verscheidene stukken veld geschut tot hun beschikking hadden, terwijl hij slechts 1200 be reden manschappen en twee batterijen rijdende artillerie onder zijn bevelen had. Bovendien wist hij niet wanneer op Kitchener's hulp te rekenen was, onbekend als hij was met de gebeurtenis sen der laatste twee dagen bij Klipdrift. Hij was overtuigd, dat zijn marsch van Kimberley slechts een matig succes genoemd, mocht worden als het Cronjé gelukte langs hem heen te trekken, zij het dan ook ten koste van zijn trein en vuurmonden, zoodat hij, besloot de Boeren aan te vallen, terwijl dezen nog onder den indruk van de verrassing waren en vóór zijn betrekkelijk geringe getal sterkte hun bekend kon zijn. Ten Z. van Kameelfontein strekt zich een open vlakte van ongeveer 10 mijl breedte naar de rivier uit, begrensd door een halfcirkelvormige rij heuvels, Paardeberg met den Koedoesrand verbindend. Toen het hoogste punt van het terrein bereikt werd, zag French vóór zich den niets vermoedenden vijand en de zoozeer begeerde- buit. De voorste voertuigen naderden juist de rivier toen de artil-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 240