'1 243 ruimte aanbiedt voor 12 groote schepen. Voor het kolenladen en handelsverkeer beschikt men over steigers, ter lengte van 415 M.; voor herstellingen over een 3000 tons droogdok en een reparatie-atelier. Sabang werd in 1893 bezet. In datzelfde jaar (Stbl. no. 288 d.d. 21 Nov. 1893) werd de grootte en de ligging van dereede bepaald en door de naamlooze vennootschap „Zeehaven en ko lenstation Sabang" een aanvang gemaakt met de havenwerk zaamheden. Den 15en April 1896 werd Sabang voor den alge- meenen handel opengesteld en tot vrijhaven verklaard. In dat zelfde jaar werden de kustlichten ontstoken (25 Juli 1896), ter wijl het volgend jaar (23 Mei 1897) de telegraphische gemeenschap met Oelee Lheue en daardoor met de geheele beschaafde we reld tot stand kwam. Verbinding met Oelee Lheue door middel van een afzonder lijken stoomer en het onder gouvernements subsidie verleggen van de route der schepen van de Mij. Nederland via Sabang zijn de voordeelen, die 1903 aan de haven bracht. Op 1 Nov. 1902 was de bevolking zonder garnizoen 1925 zielen sterk. De haven werd gemiddeld de laatste jaren door 300 a 400 schepen aangedaan, terwijl het kolenverbruik tus- schen de 20 en 30.000 ton varieerde. Na de min of meer droge opsomming van feiten en cijfers is het mogelijk om in nadere beschouwing te treden omtrent de vraag, geuit aan het begin van dit opstel, „Zal Sabang levens vatbaarheid hebben en als hoedanig, als kolenstation of als doorvoerhaven Stoomschepen, die de straat van Malaka binnenloopen, kun nen, zonder hunne route belangrijk te wijzigen, Sabang aandoen en zich aldaar van kolen voorzien. Dit kan een voordeel zijn. Singapore is dan nog 600 zeemijlen verwijderd; het aandoen van Pinang, 300 zeemijlen van P. Wé, veroorzaakt een omweg van 80 zeemijlen. Door de zekerheid te hebben te Sabang voldoende kolen te vinden, kan de laadruimte voor brandstoffen belangrijk vermin- derd worden, daar het grootste traject Aden—of Perim—Singapore met 600 zeemijlen of minstens 2 dagen stoomens verkort wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 257