248 dat de voornaamste invoerartikelen, nl. manufacturen, rijst, eet waren, ijzer, staal, vee, kramerijen, tabak, sigaren, houtwerken, opium, olie, meel en kleederen grootendeels langs de Straits-ha vens Atjeh bereiken. In 1901 werd totaal ingevoerd voor een waarde van ƒ5.689.318, waarvan slechts voor 252.835 rechtstreeks van Nederland naar Atjehsche havens, terwijl in datzelfde jaar voor 3.914.248 via de Straits-havens werd uitgevoerd en slechts voor ƒ3365 via Oelee Lheue rechtstreeks naar Europa. Stelde ik dan als 2e eisch voor de opkomst van Sabang, dat deze plaats den handel tot zich moet trachten te trekken door dezen flnancieele voordeelen aan te bieden, in de 3e plaats wensch ik op te komen voor de belangen der zeevarenden. c. Sabang moet aantrekkingskracht op de zeevarenden uitoefenen. Waar concurrentie is valt de keuze dikwijls daar, waar de meeste gemakken en vermaken te verkrijgen zijn. De reeder is verplicht rekening te houden met de wenschen zijner equipage en luistert naar de verslagen zijner ondergeschikten. Vallen deze rapporten ten nadeele van een haven uit, dan is zulk een plaats, die in opkomst is, dikwijls reeds achtergesteld bij een reede, die al naam verworven heeft. Schijnbare nietig heden kunnen hier groote gevolgen hebben. Geen egoisme van enkele personen, geen behartiging van par ticuliere belangen mogen dan ook in de eerste jaren op den voorgrond treden; vóór alles verzekere men zich, zij het dan ook dikwijls met flnancieele nadeelen, van een gunstige publie ke opinie. Geen onervaren of onbehulpzaam haven- of loodspersoneel, geen onwillige of dure koelies, geen al te dure kolenprijzen, doch een vlugge en vaardige methode van laden, geen gebrek aan levens middelen of ijs voor de groote schepen, geen slechte postbedie- ning, geen storing in doorzending van goederen of mail, want dit alles kan ten gevolge hebben, dat Sabang in discrediet geraakt en dit moet vóór alles vermeden worden. Onnoodig en ondoenlijk is het om hieromtrent in bijzonderhe den af te dalen. Het zij voldoende mede te deelen, dat slechts taaie volharding, uiterste inspanning en groote wilskracht al deze moeilijkheden kunnen te boven komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 262