256
Verblijf te Seroewaij. Daags hierna werd een begin gemaakt
met het onder dak brengen der troepen, wat in zulk eene beperkte
ruimte als Seroewaij aanbood geen gemakkelijk werk was. Voor
het meerendeel kwamen de manschappen in de Chineesche kedei's
d te liggende pradjoeritskazerne h (zie plaat II) werd door de
politie ontruimd en door de colonne Kuyk ingenomen, en wij
(4 officieren) kwamen in de gevangenis g onder dak, waar 2 vrij
ruime kamers warenonze overburen in g waren gestrafte Chi-
neezen en Maleiers met eenige mandoors; aan den anderen
kant was geen uitzicht, doordien de ramen geblindeerd waren
voor schoten van de rivierzijde. De pradjoerits werden gelegerd
in de achtergalerij en bijgebouwen van de controleurswoning e.
De huisjes k werden ingericht voor keuken van de le en 3e co
lonne en de artillerie, daar in de benteng zelf voor zooveel man geen
kookgelegenheid was. De kolonel en de kap. v/d gen. staf logeer
den bij den controleur, en de majoor met den adjudant in de
commandantswoning 1. Als sociëteit voor de officieren had de
opzichter van de in- en uitvoerrechten, de heer Lewis, vrijwillig
voorgalerij en erf van zijne woning afgestaanhiernaast was
eene loods opgericht voor de dwangarbeiders en voor de vivres.
Het slachtvee werd eene plaats aangewezen in de kraal n, waai
de ruimte beperkt en de grond moerassig was. Het oorlogsschip
de „Koerier" bleef ter beschikking van den commandant der
expeditionnaire troepen.
Het gevecht bij Toempoeh Tengga was voor den vijand wel is
waar een geduchte slag, doch door het uitblijven van eene vervol
ging onzerzijds ondervond men al spoedig dac iSlja Makarn het
verzet niet opgaf, en dat onze hoop, zijn aanhang langzamerhand
te zien verloopen, ijdel bleek te zijn. Bij de verkenningen toch,
die nu iederen dag- aan beide oevers van de rivier werden onder
nomen, aanvankelijk met de geheele troepenmacht te gelijk en
naderhand colonnesgewijze-, werden de troepen met vuur ontvan
gen en zelfs een eindweegs zg. thuisgebracht. Bij zulke tochten
moest een ieder steeds op zijne hoede zijn, daar de vijand thans
de guerilla toepaste en zich niet liet zien, terwijl de voetpaden,
waar men langs ging, slechts de formatie op één gelid toelieten. In
Gedong Bijara bv. lag over een moeras een brug van enkele
boomstammen op lage schragen, over eene lengte van ongeveer