261
evenwel niet. De majoor Meuleman gaf last, dat de 2e mob. co
lonne te Tg. Poera, onder bevel van den kap v. d. Hart, onverwijld
naar Pangkalan Brandan zou oprukken, hetgeen nog dienzelfden
nacht geschiedde. Deze colonne verbleef daar 3 weken, patrouil
leerde iederen dag de omstreken af, doch zonder iets meer van
den vijand te bespeuren. Tg. Poera was in dien tusschentijd
bezet door een detachement van 40 man van de le mob. co
lonne onder den len luit. Engelen, terwijl eene afdeeling van 30
man onder den 2en luit. J. Collard naar de onderneming Boeloe
Telang was opgezonden. Om. het ongezonde klimaat van laatst
genoemde estate werd het detachement na 14 dagen vervangen
door een ander onder den 2en luit. Dibbetz. Zoowel op deze als
op de andere door detachementen bezette plaatsen viel niets
bijzonders meer voorde bende kwaadwilligen was vermoede
lijk naar het N. W. teruggeweken. Spionnenberichten kwamen
dit vermoeden bevestigen. Op grond hiervan werd nu op den
25en Juni van het Hoofdkwartier last gegeven, dat de expedi-
tionnaire macht kon worden ontbonden en dat de troepen, die
hiervan deel hadden uitgemaakt, naar hunne oorspronkelijke gar
nizoenen zouden terugkeerenBoekit Mas, Pangkalan Brandan
en Tg. Poetoes bleven evenwel bezet.
Op den 28en Juni kwam de le mob. colonne na eene afwe
zigheid van 6 maanden te Medan terug, waar eenige dagen t.v.
ook de 3e mob. colonne van Seroewaij was aangekomen. De
burgerij van Medan bood den officieren en troepen een schit
terend feest aan; alles was op de been, hier en daar waren
eerebogen opgericht, waarop de namen „Rantau Pakam", „Loeboe
Batil", „Pasir Poetih" en „Toempoeh Tengga" te lezen waren.
In de Witte Sociëteit, waar officieren en notabelen zich hadden
vereenigd, werd, onder aanbieding van den eerewijn, bij monde
van den resident Michielsen onder hartelijke en geestdriftvolle
woorden aan de officieren den dank der ingezetenen overgebracht
voor de vele en gewichtige diensten in Tamiang en Langkat be
wezen. Onder niet minder krachtige woorden bedankte de majoor
Meuleman uit naam der officieren voor de hartelijke ontvangst.
Des avonds werd dit feest met een bal besloten.
Slot. Als postcommandant van Seroewaij was intusschen opge-