268 schappelijke eischen bij laatstgenoemde inrichtingen hooger ge bleven. Tot de jonkerscholen werden vroeger jongelieden toegelaten, die de 4 klassen van eene stads- of dergelijke elementaire school hadden doorloopen, tenzij een vergelijkend examen plaats had, waarbij geen vreemde talen gevorderd werden. Dientengevolge vormden eenigszins ontwikkelde vrijwilligers uit het leger het grootste deel der leerlingen. Na een voorloopig militair onder richt bij de korpsen gingen zij bij de jonkerscholen over. De tijd, door hen bij hun korps door te brengen, regelde zich naai de mate hunner schoolkennis en van hunne afkomst. Het ge volg was dat er aspiranten waren met een diensttijd van eenige maanden, en andere—ofschoon uitzonderingen met een dienst tijd van 5 7 jaren. Volgens de oude regeling duurde de cur sus 2 jaren. Volgens de nu van kracht zijnde regeling worden toegelaten: de reeds bij den troep ingedeelde eenjarige vrij willigers 1), de ingelijfden met een zekere algemeene ontwik keling, en minstens 16 jarige jongelingen, die nog niet als soldaat gediend hebben. Als toelatingseisch voor de laagste klasse geldt: of aantooning van den graad van schoolonderwijs, welke tot opname als eenjarig vrijwilliger in het leger recht geeft (niet geheel doorloopen middel baar onderwijs), bovendien examen in het Russisch, of het afleggen van een examen volgens een door den Minister van Oorlog samen te stellen programma, ongeveer het leerplan der 4e of 5e klasse van een „Realschule" omvattend. Meer ontwikkelde candidaten kunnen tot een der beide hoogste klassen toegelaten worden. De leerstof is verdeeld over drie klassen, waarvan ééne voor de algemeene en twee voor de militaire wetenschappen. Het programma voor de algemeen wetenschappelijke vakken staat bijna gelijk met dat der 6 klassen van de middelbare on derwijsinrichtingen (gymnasia, Realschule, cadetten korps, enz.). Deze vakken worden hoofdzakelijk in de laagste, gedeeltelijk ook in de beide hoogste klassen onderwezen. In de toekomst behoort 1) d. z. zij, die, in verband met het door hen genoten wordend onderwijs, tot 1 jaar dienst bij den troep verplicht zijn. Het bepalen van het tijdstip, waarop die dienst aanvangt, is hen, binnen zekere grenzen, overgelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 282