308 -
zijn op den voet, reeds nader bepaald of nader te bepalen, deel te ne
men aan schutterijen of andere gewapende vereenigingen, welke door
den Gr.Gr. noodig worden geoordeeld tot bewaring van orde en rust.
Algemeene verordeningen bepalen, welke ingezetenen, bij de
schutterijen ingelijfd, kunnen geroepen worden om mede te
werken „tot de handhaving van het Nederlandsch gezag in Indië."
Tot zoover dus onze Indische Grondwet.
Duidelijk ligt hierin het grondbeginsel, dat alle ingezetenen moe
ten medewerken tot handhaving van orde en rust en de schutte
rijen kunnen geroepen worden om mede te werken tot de lands
verdediging.
Leggen we biernaast het staatsblad No. 331 van 1902, Art. 5
le, dan blijkt, dat hetzelfde het geval is met de erkende vrij-
williger korpsen.
Oogenschijnlijk lijkt dit voldoende, de werkelijkheid is evenwel
anders. Werd deze opvatting omtrent de medewerking der schut
terijen gehuldigd, dan zouden de oefeningen en de kleeding en
uitrusting daarmede rekening moeten houden en dit is niet zoo.
Nog maar al te veel is gedacht aan de oude burgerwacht, aan
wallen en poorten, aan posten en wachten, en nier aan den
tegenwoordigen bewegingskrijg, die in de eerste plaats oefenin
gen in het terrein eischt. Yoegen we hierbij, dat onder de te
genwoordige bepalingen voor het vormen van vrij williger korpsen
weinig lust bestaat, dan blijft er van de hulp, die schutterijen
en andere gewapende vereenigingen bij de landsverdediging kun
nen bieden, niet veel over.
En toch mag en kan het staande leger niet alleen daarvoor
aangewezen worden. Immers het is niet denkbaar, dat een staat
geregeld een voldoend sterke macht kan onderhouden. Toen men
vroeger met huurlegers tegen elkaar optrok, was 't wat anders.
Men huurde zooveel troepen als men betalen kon en liet die 't
uitvechten, doch, toen bij de ontwikkeling der burger- en burger
schapsrechten ook de plichten vermeerderden, ontstond de bur
gerwacht, en nu overal weerplicht bestaat oefent men het volk
geheel of gedeeltelijk en houdt alleen zooveel onder de wape
nen als voor het bewaren van inwendige orde en rust, kader
vorming enz. noodig is.
Ons leger is in de eerste plaats voor de inwendige orde en