356 ding en onderscheidingsteekenen van leger en marine, het geven van bevelen en de ondergeschiktheid, de verschillende soorten en het ontstaan van de ordeteekenen en de soorten van vaan dels en vlaggen. Door de burgerleeraren wordt les gegeven in: zedeleer, Ja- pansche taal (lezen, schrijven, spraakkunst en het maken van opstellen), oud-Chineesch, Fransch, Duitsch of Russisch, geschie denis van Japan, wereldgeschiedenis, aardrijkskunde van Japan en van de geheele wereld, rekenkunde, algebra, meet-, dier-, plant-, natuur- en scheikunde, gezondheidsleer en teekenen. Na den geheelen cursus met vrucht doorloopen te hebben, kan: men toegelaten worden tot het Centraal Cadettenkorps te Tokyo. Aan het hoofd van deze inrichting staat een luitenant-kolonel, directeur, aan wien twee adjudanten, een kapitein en een le luitenant, zijn toegevoegd. Het onderricht is toevertrouwd aan 3 kapiteins, 29 burger leeraren, 11 burger-hulpleeraren en een ritmeester voor de les sen in het paardrijden. De cursus duurt 2 jaar, het aantal leerlingen bedraagt on geveer 530. Het korps is ontstaan uit de in 1872 opgerichte onderofficiers- school; in 1896 kreeg het den naam van Centraal Cadettenkorps. Evenals bij de provinciale cadettenkorpsen zijn de leerlingen in drie categorieën te verdeelen, nl. zij die hunne opleiding zelf bekostigen, zij die geheel en zij die ten deele op staatskosten worden opgeleid. Eerstbedoelde categorie betaalt bij aankomst 24 yen voor kleeding en verder maandelijks 7 yen, terwijl deze bedragen voor laatstbedoelde categorie zijn vastgesteld, onderscheidenlijk op 8 en 3£ yen. De cadetten worden over drie compagnieën verdeeld, welke in de inrichting zijn gekazerneerd. Aan het hoofd van iedere compagnie staat een kapitein. Verloven worden slechts eenmaal per zomer toegestaan, terwijl de cadetten verder slechts op Zon en feestdagen uit mogen gaan. In Augustus van ieder jaar worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 370