377 De Wet gaf order deze stellingen krachtig vast te houden, daar zij onmisbaar waren voor een mogelijk ontkomen van Cronjé. Er werd echter geen aanval op gedaan en hij het aanbreken van den dag bleek de vijand zelfs te zijn teruggetrokken. Is het wonder, dat de Wet hier de verbazing en de vreugde beschrijft, die op ieders gelaat te lezen stond; dat hij den lezer mededeelt hoe bijna elk der zijnen den uitroep slaakte: „Als Gen. Cronjé het nu maar doen wil!" Doch de vijand liet het hier dien morgen van den 25en Februari niet bijreeds tegen 9 uur begon hij met twee sterke vleugels het troepje van de Wet te omvatten Er restten nog slechts een paar schoten voor het Kruppka- non en 30 voor het M. Nordenfeldten die laatste ammunitie zou nu op die omvattende vleugels worden verschoten. De Wet zond één stuk rechts, het ander links, met gevolg dat de Engel- schen in hun opmarsch gestuit werdenweldra echter zag hij de kanonniers het geschut in veiligheid brengen en begreep nu in verband met de door hem gegeven bevelen dat de ammunitie uitgeput was. De burgers, die de vleugels trachtten tegen te houden, zich nu niet meer door kanonvuur gesteund ziende, waren tegen de overmacht niet bestand en moesten kort daarna teruggaan. De' toestand voor de Wet werd hachelijk; onophoudelijk door kanonnen gebombardeerd en sedert den morgen hevig door geweervuur bestookt, terwijl hij bovendien door den vijand werd omtrokken. Wij willen hem hier zelf weder aan het woord laten „Hoe bitter het dus voor mij was, werd ik verplicht den „sleutel tot de ontkoming van Gen. Cronjé op te geven. In allen „haast beval ik dat de posities verlaten zouden worden. De „burgers hadden ook al gezien dat dit onvermijdelijk was en „hadden aan mij gezegd: „„Als wij hier blijven, Generaal, dan „worden wij met Gen. Cronjé ingesloten'"' „Hoewel ik gezien had, dat het een hard en ver jagen zou „zijn om uit te komen, had ik toch niet gedacht dat het wel „zoo nauw zou gaan. De Engelschen hadden zeer snel posities „rechts en links met kanonnen en Maxims ingenomen, en wij „moesten ruim 9 mijlen onder het vuur daarvan jagen. Opdien „langen afstand, waar wij ook van klein geweren bestookt wer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 391