384 afleggen en de andere sectie, geen dekking vindende, snel in batterij moet komen op eene ongedekte wijze. Sub d. Yreemd is het, dat alleen bij de zelfstandig optredende batterij wordt onderzocht, welke stellingen de tegenpartij tegen over de eigen stellingen kan innemen. Waaraan is die fout toe te schrijven Sub e. Niet alleen het terrein nabij de stelling, ook de groe peering der eigen troepen beslist omtrent de noodzakelijkheid van eene afzonderlijke dekking voor de artillerie. De laatste alinea van 45 laat naar mijne meening den B. C. te veel in bijzonderheden afdalen. Het uitzoeken van de meestge- schikte plaatsen voor de stukken is het werk van de stukscom mandanten, gelijk 129 battel ijschool aangeeft. De B. C. kiest in het hem aangewezen gedeelte der stelling de richting van de vuurlijn uit, in verband met de door hem ontvangen opdracht; hij gaat te voet de stelling langs om te beoordeelen of directe richting voor alle stukken mogelijk is (hetgeen niet wil zeggen dat aan dezen eisch steeds moet worden voldaan), om na te gaan of het punt van waarneming voor alle sectiecommandanten zicht baar is, om de tusschenruimten der stukken snel te kunnen be palen enz., maar niet om de geschiktste plaatsen voor de stukken te bepalen; dit werk laat hij aan de stukscommandanten, zoo noodig aan de sectiecommandanten over. Opmarsch naar de stelling. De voorlaatste alinea van 47 vermeldt, dat gewoonlijk ge durende de verkenning de marschcolonne halt houdt. Welke verkenning en welke marschcolonne? De verkenning van de voor hoede? Die door den A. C. gedaan ter bepaling van de artillerie stelling? De marschcolonne der hoofdmacht of de marschcolonne van de artillerie? Bedoelde alinea van 47 is en blijft duister. Den opmarsch der batterijen te stuiten, omdat de verkenning van de artilleriestelling nog niet afgeloopen is, kan noodig zijn. In elk geval wijst dit op onvoldoende activiteit van den A. C., indien deze over de noodige organen beschikt om het terrein tijdig te verkennen. De laatste zinsnede van 47 doelt op het gebruik van artillerie tegenover den inlandschen vijand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 398