393 weegt met gevuld magazijn, bevattende 3 patronen, 3.2 K.G. 1) In Engeland werd in den loop van 1903 bepaald, dat elke batterij in de toekomst zal beschikken over 48 geweren, als volgt over het personeel verdeeld 6 voor de afstandmeters en verkenners, 12 bedieningen, 2 smeden, 18 den gevechtstrein, 10 den bagagetrein. De geweren maken deel uit van de uitrusting der manschap pen en mogen niet aan de voertuigen worden bevestigd 2). In Oostenrijk-Hongarije zijn de bedieningsmanschappen voor zien van eene karabijn (Repetier-Stutzen M. 95) 3) en eene korte sabel. Terwijl de kanonniers der veldartillerie in Duitschland voor zien zijn van revolver en korte sabel 4), werden de manschap pen der bergbatterijen, behoorende tot het Duitsche expeditie korps in China (1900), bewapend met eene karabijn 5). Alsof de kanonniers der bergartillerie al niet genoeg met de stukken te sjouwen hebben Een geweer of karabijn is o. i. voor de bediening onnoodig, wanneer zij tot het laatste oogenblik van hare vuurmonden gebruik maakt en derhalve schadelijk, daar zij er zonder nood zaak door vermoeid en gehinderd wordt. Met het veel lichte re en gemakkelijker mee te nemen vuistwapen, nl. een revolver 6), bereikt men hetzelfde. De revolver in gebruik bij het N. I. leger weegt, geladen met 6 patronen, bijna 0.92 K.G. 7), dus 1) Fr. Regl. II §14. De N. I cay. karabijn M. 95 weegt zonder riem 3.19 K.G. ■{Voorschrift betreffende de wapening en de munitie der cavalerie). 2) Revue d'artillerie, tome 62 blz. 433. 3) Revue d'artillerie, tome 51 blz. 181. 4) Jahrbücher 1903 blz. 571. 5) Internationale Revue 1903, Supplément 53 blz. 226. 6) Voorloopig geen zelflaadpistool, dat door de vrij teere samenstelling nog niet voor oorlogswapen in de ruwe handen van den soldaat geschikt is. Bovendien is de nu in gebruik zijnde revolver door zijne te gelijk eenvoudige en stevige samenstelling bij be hoorlijk onderhoud een zeer betrouwbaar wapen voor het gevecht a bout portant en, zoo lang de revolvers door langdurig gebruik niet zeer geleden hebben, kunnen de uitgaven voor nieuwe vuistwapenen niot als noodzakelijk worden beschouwd. 7) Voorschrift betreffende de revolver 10 en 32.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 407