405 het nieuwe onderwijsplan de voorbereiding tot social e, oe con om i- sche en militaire weerbaarheid op te nemen. Weerbaarmaking tot levensgereedheid op elk gebied. De militaire weer baarheid is daarvan een bepaald deel. Militaire weerbaarheid dus uit en door het volk en afschaffing van de loterij en in stede daarvan verplichte voorbereidende weeroefeningen die op 15 jarigen leeftijd aanvangen, zoodat op 1 Mei van het 20e levens jaar de inschrijving bij de weermacht plaats heeft. Deze duurt 4 maan den die uitsluitend besteed worden aan toegepaste oefeningen in kampen, forten, schietplaatsen en aan de riviermondingen, naar gelang van den eigenaardigen werkkring van elk wapen. Na de groote veldoefeningen vertrekken alle miliciens met groot verlof. Yoor de oplossing van het brandende vraagstuk der kadervorming geeft Schrijver de volgende hoofdstrekking. De bevordering tot batal jonscommandant geschiedt bij keuze, die voor de lagere rangen en graden bij gebleken voldoende karakterbeschaving en ontwikkeling na een af gelegd practisch examen, er op wijzende dat de tijdgeest belet dat het mil. beroep in ruimeren zin op den duur zal blijven voldoen aan de eischen, die noodig zijn om levensbevrediging te geven. Een kern beroepsofficieren voor de hoogere bevelvoering, gen. staf, adjudantsdienst en het militair vooronderricht, benevens een aantal beroeps- onderofficieren, ook voor dit laatste doel, blijft behouden. Binnenlandsche woelingen worden in de eerste plaats voorkomen door gegronde grieven weg te nemen. In het uiterste geval kan een lichting snel genoeg worden opgeroepen. Dat is in Zwitserland ook gebleken, doch dat Schrijver ook beschikt over de Koloniale Reserve als voorhanden korps is een zwak punt in zijn betoog. De reserve voor Indië behoort feitelijk niet op honderden mijlen daarvan verwijderd te zijn. Wordt tegen bin nenlandsche onlusten en tot dekking der mobilisatie een vast korps noodig geacht, dan zoeke men de oplossing in eene andere richting. Die taak behoort thuis bij een korps militaire Rijkspolitie, waaraan veld-, grens- en kustwacht wordt opgedragen. Schrijver stapt wel wat luchtig heen over de zware eischen der bere den en technische wapens. Eene oplossing hiervoor te vinden is veel moeilijker, hoewel niet onmogelijk. In zijne slotbeschouwingen wenscht hij naast een militair straftelsel ook een systeem van belooningen in te voeren. Dit is een juist beginsel, al stelt het hooge eischen aan den belooner. Doch straffen is ook moeilijk en vordert eveneens eene gron dige opvoedkundige kennis. Het wonen buiten de kazerne als eene be looning voor kunde en ijver ziet zeker op de hedendaagsche toestanden, want het past niet in het stelsel. Dat Schrijver op blz. 109 het Fransche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 419