- 30
worden bijgebracht zonder bepaalde dressuur, en dit is mogelijk,
wanneer men slechts de orde zooals we zooeven aangaven op
bevattelijke wijze den man duidelijk maakt. Zoo zal, om hier een
oogenblik bij stil te staan, het leeren van de rangen en graden, al
vorens dit door zooveel mogelijk aanschouwelijk onderwijs duidelijk
te maken, moeten voorafgegaan worden door eene verklaring, waar
voor al deze verschillende trappen van meerderheid dienen, dus
waarom het voor de orde noodzakelijk is dat niet allen gelijke
macht bezitten. Als vanzelve komt men dan daarbij op het gezag,
hetwelk aan die meerderen in het belang der orde moet worden
toegekend en op de wanorde die één soldaat kan stichten, indien
hij dit gezag, al is het maar van een korporaal, weerstreeft.
En niet alleen de gevolgen van deze wanorde voor den dienst
moet den man door voorbeelden duidelijk voor oogen worden
gesteld, maar ook de gevolgen voor zijne kameraden, en in laatste
instantie voor zich zelf. Door op zoodanige wijze het nut dei-
verschillende rangen en graden te leeren inzien, boezemt men
te gelijk eerbied in voor de distinctieve teekens, omdat daarin
alsdan de symbolen worden herkend van orde en gezag beide.
En, indien de recruut eerbied koestert voor die teekens, dan is
het onderwijs, hetwelk tot nu toe als hoofdzaak gold, een zéér
ondergeschikte nevenzaak geworden. Dan zal het er in den
beginne weinig op aankomen of hij een korporaal met een
onderofficier, een luitenant met een kapitein verwart. Zoowel
voor den een als voor den ander zal hij eerbied hebben, omdat
de militaire ondergeschiktheid reeds bezig is in zijn gemoed
wortel te schieten. Zoo steunt bij een oordeelkundige leiding
het een het ander. Heeft men op deze wijze de ondergeschikt
heid ingang doen vinden, dan zal bv. het verplicht salueeren
van meerderen bij den man eene andere beteekenis verkrijgen
dan nu over het geheel genomen het geval is. Ook hierbij heeft
men duidelijk te maken welk nut het groeten voor de orde
heeft, en eerst wanneer deze zedelijke beteekenis er van goed
begrepen wordt, mag tot het practisch beoefenen van het saluee
ren (als dit nog eens noodig is!) worden overgegaan.
Echter, dit alles heeft slechts betrekking op het denkvermo
gen van den man. Door dit te ontwikkelen, zoodanig dat hij
het „waarom" en „hoe" betreffende de orde leert inzien, zal