- 468 der gedrenkt en gevoederdde merrie at onmiddellijk gaba en gras en bevond zich den volgenden morgen bij den proefrit in uitste kende conditie. Zooals boven werd aangegeven, werd door luitenant Pitlo het schema van majoor Posno in hoofdzaak gevolgd. Hierbij dient te worden aangeteekend, dat bedoeld trainingstableau bestemd was voor Sandelhouts, en, daar de toenmalige ritmeester op den rit naar Djokja reeds 30' draf op 10'stap had gereden, was het vrij wel met zekerheid aan te nemen, dat 30' draf op 10' stap wel het minimum tempo der mededingers zou zijn en dus geen kans op winnen kon geven. Luitenant Pitlo wilde echter in de eerste plaats zijn paard in goeden toestand aan het eindpunt brengen, tevens wenschte hij een goeden tijd te maken; aan beide voorwaarden werd door hem uitstekend voldaan. VI. De 2e luitenant Stennekes volbracht den afstandsrit met eene geheel en al ongetrainde Australische merrie in 8 uur en 43 minuten. Vermoedelijk doordien op de heenreis naar Tjandi te snel werd gereden, moest op den terügmarsch het tempo belangrijk wor den verminderd en herhaaldelijk worden gerustdit paard was bij aankomst te Salatiga zeer vermoeid en kon den daarop vol genden dag ook niet aan den proefrit deelnemen, zoodat geen di ploma kon worden toegekend. Het is natuurlijk wenschelijk, om met onvoorbereide paarden vooral niet te sterke tempo's te nemen; een tempo van 10 draf op 10' stap wordt evenwel door eiken Australiër, die den gewo nen troependienst verricht, zeer lang volgehouden zonder dat van vermoeienis behoeft sprake te zijn; indien dit tempo ware gebezigd, zou de rit gemakkelijk, met inbegrip van uur rust, binnen 10 uur in goede conditie zijn volbracht, en dus voldaan zijn geworden aan de voorwaarde voor het diploma bedongen. VII. De 2e luitenant Wiemer eindelijk oordeelde zijn paard niet voldoende voorbereid, om eenige kans op een prijs te kunnen verwachten, en staakte daarom de poging na 10 paal te hebben afgelegd. Uit de verkregen resultaten kan, naar mijne meening, worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 482