33 -
alles wat bij hem aanleiding kan geven tot rechtmatige misnoegd
heid, ontevredenheid, lijdelijk en openlijk verzet, vermeden en
datgene wat de natuurlijke opgeruimdheid en bereidwilligheid
bevorderen kan toegepast worden. Gedurende de eerste maan
den van den recrutentijd is het dan ook als een onafwijsbare
plicht te beschouwen de oefeningen, zelfs die in het gelid niet
uitgezonderd, zóódanig te doen plaats hebben, dat zij geen ver
veling veroorzaken of oorzaak kunnen worden van een minder
opgewekte stemming. Daarvoor is het noodig dat niets werk
tuigelijk, maar alles met een voor den man begrijpelijk doel ge
schiedt, en men dit doel vooraf goed verklaart en uitlegt. Vei-
der moeten al die oefeningen, welke daarvoor maar eenigszins
vatbaar zijn, op voor den recruut aangename wijze worden gehouden.
Zoo zullen alle voorbereidende gymnastische oefeningen, waarbij
de bevordering van vlugheid en lenigheid van het lichaam beoogd
wordt, moeten worden afgewisseld met gewone sport-spelenhet
voorbereidende schieten met cylindergeweren moet plaats heb
ben op de wijze als dit bij schietgezelschappen gebruikelijk is, nl.
met verschillende voorwerpen als bv. pijpen en poppen tot doel,
enz. enz. 1). Laat men niet meenen daardoor den ernst dier
oefeningen te schaden. Aan dien ernst wordt in het militaire
maar al te veel opgeofferdAl is de soldaat geen kind meer,
opvoedkundig gesproken is hij dit als recruut nog wel, en daarom
moet hij, zooals dit overal als het beste gebleken is, „al spelende
leeren. En niet alleen omdat alsdan de beste resultaten van
het onderwijs kunnen worden verwacht, maar inzonderheid, en
hier komen we op ons uitgangspunt van zooeven terug, omdat
dit den opgeruimden geest levendig houdt en het gemoed vat
baarder voor indrukken maakt, staan wij er bepaald op, dat de
recrutentijd voor den man worde een periode, even zoo goed
van ontspanning als van inspanning. Terwijl het laatste doel
is, moet het eerste als middel dienen. Dan verkrijgt hij de op
gewektheid en veerkracht van geest, die tot plichtsbetrachting
aanzet en den moed schenkt bezwaren en onaangenaamheden
te overwinnen en te verdragen. Tevens wordt dan in zijn gemoed
den grond gelegd, waaruit de liefde voor orde ontkiemen kan.
1) liier geldt hetgeen we in noot 1) op blz. 27 van net zweinmem hebben gezegd.
Dl. I iy04. 3