501
baande pad te verlaten. Met het oog hierop moet alleen het
onontbeerlijke worden meegevoerd. Kleine schuiltentjes die licht
zijn vlug in de schaduw van de kleinste boomen kunnen wor
den' opgeslagen, voldoen het best, omdat gewoonlijk geen vol
doende ruimte aanwezig is voor groote
Zes of acht bereden manschappen moeten meegaan. Voetgan
gers kunnen, evenmin als in den oorlog, snel genoeg inlichtingen
verschaffen van verwijderde punten en deugen niet om vlug
groepen drijvers te verzamelen die over verschillende woonplaat
sen verdeeld, soms ver uit elkaar en van het operatietooneel
wonen. Daarom zijn bereden manschappen te verkiezen en Schrij
ver nam gewoonlijk een half dozijn lieden van zijn bataljon
en zette ze op kleine ponies, die gemakkelijk te krijgen zijn in-
Dekkan (Boven-Bombay). Daarbij komt, dat men dan gemakke
lijker binnen een paal of 10 van het bivouak op de hoogte blijft van
het wild en heel wat tijd en moeite bespaart. Natuurlijk, dat,
zoowel voor deze en voor de eigen paarden, kennis van vei zoi-
ging en verpleging niet alleen nuttig maar noodig is.
We zullen nu veronderstellen, dat de te volgen weg is uitge
kozen en het kamp, van uit de basis vooruitgezonden, is opge
slagen onder schaduwrijk geboomteom de acht of tien paal
staan reservepaarden gereed op uitgekozen punten in den 70 a 80
paal langen weg, die moet worden afgelegd. Met een kaartje,
waarop de te nemen richting is aangegeven, kan men nu recht
door van post tot post rijden en 's middags het kamp bereiken.
Zoo legde schrijver wel eens 63 paal in 7 uren af en kwam nog
tijdig genoeg aan om vóór 't donker een beer in de nabijzijnde
heuvels te jagen.
Bij aankomst wordt de kampinrichting onderzocht en paaiden
en vee nagezien, vooral of zij in de schaduw staan en beveiligd
zijn tegen roofdieren. De voorziening van water wordt nagegaan,
het drinkwater gekookt en gezuiverd, en verder met de vooi han
den middelen nog dat aangewend, wat tot gemak kan dienen.
De shikaris worden ondervraagd en inlichtingen omtrent den
vijand (de tijgers) ingewonnen. Een deel der shikaris werd reeds
te voren voorzien van algemeene aanwijzingen over de eigenlijke
jachtplaats en van bevelen om op gunstige plaatsen jonge buffels
vast te leggen, die tot lokaas moesten dienen voor de tijgers.