502 Misschien is bij aankomst er al een van gedood, in welk geval drijvers moeten verzameld worden om, als 't niet te ver is, den tijger uit zijn hol te jagen en te schieten. Doch gewoonlijk heb ben de shikaris niet veel gedaan. Zij hebben een leidend hoofd noodig, dat hen aan 't werk zet. De volgende morgen is bestemd voor de voorbereiding van de eigenlijke jacht. Eerst wordt met de shikaris en de woud- loopers de plaats bezocht, waar een of andere godheid zetelt, gewoonlijk op een rotsblok van waar hij de dalen, waar de tijger zwerft, overziet. Daar wordt een geit geofferd aan den geest van een Mohammedaansch heilige, wiens graf op de hoogte zich af- teekent. Na deze „Ziarah" (bedevaart naar een heilig graf) komt de Hindoe god aan de beurt. Hij bewoont het oerbosch, waar de oude dorps „jogi" 1) zijne toespraken murmelt tot de eeuwig zwijgende goden. Ook hier wordt een geit geslacht en de noo- dige gebruiken daarbij in acht genomen. Die plechtigheden, even heidensch als het offer van Abraham, zijn belangrijk. Zij ver vullen de natuurmenschen met hoop voor de toekomst en ver trouwen in den goeden uitslag. Zij verhoogen het moreel, wat even noodig is bij de sport als in den oorlog Ondertusschen hebben de jagers de oogen goed den kost gegeven. De voetpaden, de rivierbedden en de kanten van poelen of plas sen zijn bladzijden uit het boek der natuur, die ze ijverig hebben te bestudeeren. Bij dién plas dronk een tijger twee dagen geleden, want de omtrekken van zijn klauwen zijn niet zoo scherp meer ais van een verschen indruk, terwijl iets verder het spoor al bijna geheel is bedekt door dat van beren, herten, stekelvarkens en andere dieren. Hier is blijkbaar een geliefkoosd hol, want er zijn vele oude teekens van vroeger en ongetwijfeld zal hij hier binnen een paar dagen terugkomen. Andere sporen worden op het pad in een ander deel van het dal gevonden, blijkbaar nog versch, en uit het feit dat zij liggen over die van den kwartel, die eerst bij het aanbreken van den dag te voorschijn komt, volgt, dat hij hier na zonsopgang is voorbijgegaan. Hoog boven den heu- 1) Volgelingen van de Yoga of Patanjola school van wijsbegeerte, die door ascetische oefeningen reeds tijdens hun leven eene volkomene beheersching van hun stoffelijk lichaam zoeken te verkrijgen. Hun hoogste god is Siwa.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 518